Interieurarchitecte Nel Verschuuren houdt van vanzelfsprekendheid
"Ik verkoop echt lucht aan mensen..."
"Vroeger deed ik het vaker dan nu: langs projecten rijden die ik gerealiseerd heb. Het slijt dus wel een beetje
maar toch vind ik het tot de leukste kanten van mijn vak blijven horen, werken aan een project waar iets van over blijft.
Je kunt aanwijzen: dat heb ik gedaan. Bij veel abstracte beroepen is dat helemaal niet zo.
In mijn vak wel." Interieurarchitecte Nel Verschuuren (57) houdt van haar beroep en dat is te zien aan haar pretoogjes
wanneer ze het heeft over 'projecten', 'een programma van eisen' of 'de intensieve samenwerking met architecten'.
Haar Amsterdamse bureau Kho Liang le Associates ontwerpt alleen voor bedrijven.
Interpolis office building Tilburg
Vertrouwen in haar werk vindt ze essentieel. "Je moet rekenen: ik verkoop echt lucht aan mensen want ik kan nooit vertellen wat ze echt krijgen. Het begin is altijd heel vluchtig, mijn opdrachtgevers moeten er maar op vertrouwen dat het goed is wat ik doe." Ze praat zacht en af en toe breekt een
lach door haar betoog. "Zo goed als je laatste project?" Aarzelend: "Ik weet het niet. Neen, ik denk niet dat het helemaal zo werkt omdat ieder project zo volslagen verschillend is. Of je nu voor een theater werkt, een kantoor of een luchthaven (haar bedrijf is onder meer hoofdinterieurarchitect
van Schiphol Amsterdam red.), het is allemaal heel verschillend. Voor particulieren werken wij eigenlijk niet omdat het gewoonweg niet te combineren valt met het andere werk. Het tempo ligt zo anders, de aanpak ook. Er is voor gekozen om ons bij projecten te houden en dat vind ik prima zo."
"De essentie in het werken voor bedrijfsprojecten is dat je een goede oplossing bedenkt voor problemen die met elkaar gecombineerd moeten worden. In mijn visie mag je naderhand niet meer zien dat er een moeilijkheid is geweest. Je moet het zodanig onder de knie hebben gekregen dat het helemaal niet ontworpen lijkt.
Zo vanzelfsprekend moet het zijn. Soms lukt dat in eerste instantie minder goed. Dan word ik vooral kwaad op mezelf." Lachend: "maar het is niet zo dat ik dat botvier op mijn klanten. Vaak komen er ook wel heel goeie dingen uit. Dan is het zo dat je even tot het uiterste moet gaan om te zien waar de oplossing uiteindelijk in verscholen zit. Want dat is altijd zo: de oplossing is er wel,
maar het vereist soms enig knobbelwerk om hem te zoeken. Dat vind ik nou juist het leuke aan mijn vak. Vooral als je in het eindresultaat niet meer ziet dat er ooit een probleem geweest is."
Het Interieur van Interpolis
Een typische signatuur van haar werk erkent ze niet echt. "Als ik hem echt zou moeten omschrijven zou ik zeggen: vrij nuchter, functioneel, no nonsense. Maar veel belangrijker vind ik dat je jezelf laat leiden door de functie die een bepaalde ruimte gaat krijgen. Het maakt nogal wat uit of je een
theater maakt, een werkplek of een luchthaven. Ik probeer meestal de sfeer van ruimtes waarin van alles gedaan moet worden, vrij rustig te houden. In de algemene ruimtes van Schiphol bijvoorbeeld moet je volgens mij niet al te veel visueel geweld op mensen loslaten; het is er al druk genoeg.
Pas in de lounges kun je weer wat vrijer omgaan met het gegeven en het recreatieve karakter wat meer tot uiting laten komen. Daarmee kun je dan weer het echte reisgevoel overbrengen." Een dergelijke aanpak lijkt geschoeid op een gedegen psychologisch inzicht. Nel Verschuuren: "Voor mij speelt psychologie bijna de belangrijkste rol in het geheel. Ik vind het heel belangrijk dat
je mensen in een stemming krijgt waartoe je door de ruimte wordt uitgenodigd. Een voorbeeld: in een theater hou je de kassagroep nog ingetogen. In de foyers worden mensen al wat ingeleid om in de zalen tot een apotheose te komen van hetgeen waarvoor mensen zijn gekomen, het theatrale. Uiteindelijk heb je voor een dergelijk inzicht niet veel meer instrumenten dan jezelf. Ik zelf
ben dus een belangrijk meetpunt. Kijken naar mensen vind ik leuk en ik kan het in mijn vak heel goed gebruiken. Ik kijk naar hoe ze zich gedragen, waar ze zich aan ergeren en waar ze juist plezier aan beleven. Dat neem je mee. Psychologie speelt dus een grote rol in mijn vak. Niet op een psychologenmanier, maar gewoon, op het gebruikersvlak."
Groeiproces
Een gebouw is, aldus Nel Verschuuren, een groeiproces.
Een mengeling tussen de ideeën en eisen van zowel de opdrachtgever, de architect als de binnenhuisarchitect.
Het is een samenspel. "Het is een groeiproces dat je voor een deel samen met je opdrachtgever doormaakt. Soms lijkt het op een schaakspel. De een doet een zet en de ander reageert daar weer op. Langzaam groeit zo een beeld van waar je met zijn allen naar toe wilt. Daarbij is het dan onze taak datgene in te passen in de bestaande structuren, in de ruimte die beschikbaar is.Vaak ligt aan die
opdracht een programma van eisen ten grondslag. Dat is heel sec. Zoveel vierkante meter, zoveel mensen moeten erin werken, vaak speelt het budget een rol. Dan ga je nadenken, je probeert je er een verhaal bij voor te stellen dat een antwoord geeft op de gestelde vragen. Als je samen tot een consensus bent gekomen ga je op zoek naar de middelen die je bij de invulling kunt gebruiken.
Materiaalkeuze, ruimtelijke invulling, meubilair, dat soort zaken. Het maken van een concept is voor mij persoonlijk het meest interessant omdat je dan het gevoel moet hebben dat je het dóór hebt. Het zijn toch vaak vrij complexe dingen die naast elkaar moeten worden opgelost en tot één idee moeten worden versmolten. In een goed proces zie je niet meer waar de ideeën van de één zijn gestopt
om over te gaan in die van de ander. Ik kan onmogelijk werken met een opdrachtgever die me niet behoorlijk wat vertrouwen geeft. Wij zoeken, zeker bij een nieuwbouwopdracht, als het kan zo snel mogelijk contact met de architect. Kijk, ik hoef er niet bij te zijn als er over de fundering wordt nagedacht, maar het liefst wel zo kort mogelijk daarna. Wanneer je in een vroeg stadium bij het
proces wordt betrokken is het niet meer één plus één, maar wordt het meer. Het eerste wat ik doe is te proberen van een gebouw te gaan houden zoals het er is. Pas dan ga je met enthousiasme aan de slag en wordt het mogelijk de positieve aspecten naar voren te halen. Maar het is voor mij helemaal niet nodig dat het gebouw er daadwerkelijk staat om het te kunnen doorgronden. Dat kan
ook vanaf een tekening. In nieuwbouwprojecten is dat eigenlijk altijd zo. Bovendien: ik zie het vaak vanaf een tekening beter dan wanneer ik het in werkelijkheid zie. Sinds we met computers werken vinden mensen het leuk om een resultaat in 3-D te zien. Maar mij zegt dat helemaal niks! Ik zeg altijd: geef mij maar een plattegrond en een doorsnee, daar heb ik veel meer aan."
Nel Verschuuren in de regio
In Noord-Brabant is Nel Verschuuren bepaald geen onbekende.
Het spraakmakende kantoor van Interpolis in Tilburg heeft haar signatuur.
Nel Verschuuren: "Dat het zo spraakmakend is, ligt in eerste instantie niet aan ons. Het was opgezet als een standaardkantoor. Daaraan valt voor een interieurarchitect niet zoveel eer te behalen. Gangen met wat kamertjes ernaast. We zouden ons specifiek richten op de algemene ruimtes als de entree, het restaurant enzovoorts. Tot de opdrachtgever kennis maakte met een bureau dat zich bezighield
met een heel andere manier van werken. Eén van de uitgangspunten daarbij was dat niet iedere werknemer een eigen vaste werkplek hoeft te hebben omdat de gelijktijdige aanwezigheid van medewerkers niet vanzelfsprekend is. In de plaats van die werkplekken ontstaan dus velden die je anders kunt indelen. Het was zo leuk omdat nergens een voorbeeld was. Je kon nergens naar toe om ideeën op te doen.
Dat was echt een uitdaging. We hebben gekozen voor allerlei atmosferen. Daardoor kunnen werknemers kiezen welke sfeer hen op een bepaald moment het meest aanspreekt. Dat was in Nederland toen volslagen nieuw."
|