Regionale samenwerking is heel belangrijk
Tien makelaars uit de regio West- Brabant discussiëren in Golden Tulip Keyser over bedrijventerreinen
en bedrijfsonroerend goed. In het eerste deel van het gesprek constateren de makelaars dat de overheid
vooral oog heeft voor grote bedrijven. Maar, constateren zij, het MKB is minstens zo belangrijk.
door Ron Gregoor
Peter Paul Verhoeven.
Speelt de makelaar een rol in de
samenstelling van thematische bedrijventerreinen, wil Adank weten.
"Wij sturen op de vraag, daar passen we ons aanbod op aan", zegt Verhoeven. Als we het dan toch over
invloeden van de makelaardij hebben, wil De Lobel wel iets weten van Adank. De Wig wordt het nieuwe
bedrijventerrein langs de A16 ter hoogte van Princeville. Uitstekend geschikt en bestemd voor de grote
internationale bedrijven. "Waarom kunnen daar zich geen lokale bedrijven vestigen. Het gaat er toch
alleen maar om dat er goede, mooie bedrijven komen. Ik weet ook wel dat het een zichtlocatie is en dat
je er geen stinkende fabriek kan wegzetten." Daar is Adank het wel mee eens, maar in de praktijk zijn
bedrijven met wat meer allure vaak ook internationale zaken.
Van Opstal heeft wel een oplossing voor de leegstand op bedrijventerreinen in het bijzonder en de verdeling
van bedrijfsgronden in het algemeen. "Je moet differentiëren. Hazeldonk omvat een logistieke concentratie,
heeft een andere economische functie dan het hoogwaardig bedrijvenpark Hoogeind. De Krogten is een klassiek
voorbeeld en is zeker geen Digit Parc. Dit zijn onvergelijkbare grootheden. Je moet dus differentiëren in
prijs en kwaliteit. Dat geldt ook voor bestaande panden op bedrijventerreinen. De gemeente moet haar
prijzen aanpassen aan het kwaliteitsniveau. Het is niet logisch dat je voor Hazeldonk evenveel betaalt
als voor Hoogeind."
Leon de Lobel.
Hoogste tijd voor Adank om over
te stappen op de regio, West- Brabant dus. De regio moet zichzelf overstijgen is
een tweede stelling.
"Je moet als makelaar regionaal werken", vindt Maarten Hoogwout. "Of een bedrijf zich nu in Breda of
Etten-Leur vestigt, dat maakt niet zoveel uit. De klant dient tevreden te zijn."
"Maar", sputtert Gijtenbeek tegen, "het maakt de bedrijven wel degelijk uit wat ze op hun visitekaartje
hebben staan. Velen hebben een voorkeur voor Breda." Hoogwout:: "Als Breda niet de geschikte grond heeft,
dan heeft hij weinig keuze."
En toch moeten we voorzichtig zijn, waarschuwt Marco van Vugt. Met name in de logistieke sector. Want die
sector is belangrijk voor West- Brabant. "We zijn wat dat betreft de tweede regio in Nederland volgens het
vakblad Logistiek. België is een grote concurrent en ligt hier heus niet zover vandaan."
Internationalisering! Het westen, Nederland en dus ook West- Brabant stroopt de wereld af op zoek naar
nieuwe handel. China en het Verre Oosten zijn in. West- Brabant probeert bedrijven uit het Verre Oosten
naar de regio te krijgen. Speelt de makelaar daar een rol in? Gaan jullie mee in die ontwikkeling, wil
Adank weten.
"In eerste instantie spelen hier het Rewin en de internationale makelaars een rol", zegt Vincent Liesker.
"Wij hebben de micro kennis en kennen ons gebied binnen al haar facetten", vindt Van Opstal.
De Lobel vindt die globalisering eigenlijk wel vervelend. "In de toekomst wordt het veel moeilijker om
direct contact te hebben met je klant. Globalisering houdt in dat het aantal internationale klanten toeneemt.
In Nederland wordt nagenoeg geen beslissing meer genomen. Dat gebeurt allemaal in het buitenland. Tegenwoordig
moet je al je gegevens in het Engels opstellen. Niet dat dit een probleem is, maar het zegt genoeg."
Thomas van Rijk.
Hebben de makelaars dan behoefte aan meer informatie, wil Adank weten.
"Bij het Rewin hebben ze bijna alle informatie, die kunnen we gemakkelijk krijgen. Maar dat is niet echt het
platform, dat daarvoor bestemd is", aldus Verhoeven. "Iedereen heeft zijn eigen informatie, maar ik mis het
beeld over heel West- Brabant. Ik wil weten wat er elders ook nog voor mogelijkheden zijn."
De makelaars hebben de regio behoorlijk onder controle', vinden ze. "Als je iets nodig hebt, dan ga je het
toch zelf zoeken", suggereert Liesker. "En anders sla je de rapporten van Zadelhoff er maar op na, die zijn
goed, heel compleet", lacht Sollewijn naar zijn buurman De Lobel.
Niet ieder gebied is hetzelfde, constateert Gijtenbeek. Hij werkt bij Verbrugge en die is vooral actief in de
regio Oosterhout, Geertruidenberg.
Hij houdt zich een beetje op de vlakte "omdat bij ons de problemen heel anders liggen. Wij hebben vooral te
maken met bedrijven die vijf of tien mensen in dienst hebben. De makelaardij is hier nog wel erg lokaal. Ik
weet weel dat als Piet zijn hal te klein is, hij terecht kan bij Jan, want ook die is aan uitbreiding toe.
Dat zijn andere problemen dan je in Breda ziet."
"Maar ook bij ons zijn grote deals redelijk zeldzaam", stellen Lenaers, De Lobel en Van Opstal hem gerust.
Via de opmerkingen van Gijtenbeek komt het gesprek op het buitengebied.
Vincent Liesker.
Hoe moet het met de ontwikkeling op het platteland.
Heel voorzichtig, zeggen de makelaars. "Brabant is juist zo aantrekkelijk voor bedrijven uit de randstad door
een combinatie van ruimte en ligging. De kwaliteit van leven is hier nog goed. Daar moet je niet aan tornen,
er ligt hier geen oneindige voorraad grond voor bedrijven, daar moet je voor uitkijken"" stelt De Lobel. Van
Opstal haakt hier op in: "Een stad als Breda kun je niet onbeheersbaar laten groeien. Op het moment dat je
verwacht dat er ongewenste ontwikkelingen op komst zijn, moet je ook nee kunnen verkopen."
Het platteland moet zoveel mogelijk intact blijven, vindt het gezelschap. "Ik begrijp niet dat ieder dorp een
eigen bedrijventerrein wil hebben", zegt Verhoeven. "Ik wel", antwoordt De Lobel, "een gemeente zonder de
inkomsten uit een bedrijventerrein kan zich wel opheffen."
"Eigenlijk weten we niet zo heel veel van het platteland", spreekt Van Dijk namens zijn collega's "En al zeker
niet als we het hebben over agrarische gronden."
De ontwikkelingen bij de haven van Drimmelen komen nog wel even ter sprake. Prachtig, vinden de deelnemers aan het
gesprek als ze de uitbreiding van de jachthaven bespreken. "Daar moet de gemeente Drimmelen zich op concentreren.
Dan zet je je gemeente internationaal op de kaart, met een van de grootste jachthavens van Europa", aldus De Lobel.
Lees verder op pagina 31.
|