Verdere beperkingen in de vennootschaps- belasting
Onlangs heeft het Europese Hof van Justitie, de hoogste Europese rechter, een ingrijpende uitspraak gedaan op het
gebied van de vennootschapsbelasting. Het Hof heeft namelijk besloten dat buitenlandse deelnemingen worden gediscrimineerd
ten opzichte van binnenlandse deelnemingen. Hierdoor zijn voortaan ook kosten gemaakt voor buitenlandse deelnemingen
aftrekbaar.
Rick Mijnsbergen.
De regering stelt twee maatregelen voor om het gat, dat hierdoor in de Nederlandse begroting is ontstaan, te dichten.
De eerste maatregel beperkt de renteaftrek en de tweede beperkt de verliesverrekening. Voorgesteld is om beide regelingen
in te laten gaan per 1 januari 2004.
Beperking van de renteaftrek
De renteaftrek wordt geschrapt wanneer een besloten vennootschap teveel vreemd vermogen heeft ten opzichte van het eigen vermogen.
Een vennootschap heeft volgens de voorgestelde regels teveel vreemd vermogen, wanneer dit vreemd vermogen meer is dan drie maal
het eigen vermogen. Daarbij worden leningen van banken niet meegenomen. De regeling ziet dus vooral op leningen van andere B.V.'s
waar een relatie mee bestaat. De rente die is toe te rekenen aan het teveel aan vreemd vermogen is niet aftrekbaar.
Een aantal voorbeelden ter verduidelijking:
Voorbeeld 1: Lening tussen B.V.'s
Stel meneer Jansen heeft alle aandelen in Holding B.V., die op haar beurt alle aandelen in Werk B.V. heeft. Werk B.V. heeft een
eigen vermogen van e 100.000 en een schuld aan Holding B.V. van e 1.000.000, met een rente van 5%.
Het toegestane vreemd vermogen is 3 maal e 100.000 = e 300.000.
Het teveel aan vreemd vermogen is dan e 1.000.000 - e 300.000 = e 700.000.
Op grond hiervan zou e 700.000 * 5% = e 35.000 niet aftrekbaar zijn.
Verder is er sprake van een soort vrijstelling: van het vreemd vermogen dat als "teveel" wordt aangemerkt, telt de eerste e 500.000 niet mee. Dus in
bovenstaande voorbeeld zou slechts voor een deel renteaftrekbeperking plaatsvinden. Het teveel aan vreemd vermogen was daar e 700.000. Door de vrijstelling
van e 500.000 is de rente over e 700.000 - e 500.000 = e 200.000 niet aftrekbaar. De vrijstelling ziet op bescherming van kleinere ondernemingen, waarbij vaak
niet van misbruik, maar van noodzaak sprake is.
Voorbeeld 2: Bedrijfsovername
Stel Broer 1 en Broer 2 houden beide de helft van de aandelen in Holding B.V., die op haar beurt alle aandelen in Werk B.V. heeft. Broer 2 wil uittreden,
en de onderneming overdragen aan zijn zoon, Zoon 2. Broer 1 en Zoon 2 richten hiertoe Overname B.V. op met een eigen vermogen van e 20.000. De aandelen
in Werk B.V. worden door Overname B.V. gekocht voor e 1.000.000. De koopsom wordt niet feitelijk betaald, maar schuldig gebleven aan Holding B.V. In deze
situatie is de rente over een bedrag van (e 1.000.000 - 3 * e 20.000) - e 500.000 (vrijstelling) = e 440.000 niet aftrekbaar.
Voorbeeld 3: Management buy-out
Stel de directie van Werk B.V. wil een management buy-out plegen. Zij richten hiertoe Overname B.V. op, met een eigen vermogen van e 20.000. De overname
wordt gefinancierd door een participatiemaatschappij door middel van een lening van e 2.000.000. Als voorwaarde stelt de participatiemaatschappij vaak dat
zij een belang in Overname B.V. verkrijgt. Indien dit belang voldoende groot is, wordt de participatiemaatschappij mogelijk gezien als een groepsmaatschappij.
Dit kan ook weer leiden tot het schrappen van de renteaftrek. Een management buy-out kan hierdoor moeilijker haalbaar worden.
Over de twee laatstgenoemde voorbeelden bestaat momenteel nog discussie met de regering. Het is dus mogelijk dat er nog een tegemoetkoming wordt gegeven.
Vooralsnog lijkt de regering dit echter niet van plan te zijn.
Beperking verliesverrekening
De tweede nieuwe maatregel is een beperking in de verliesverrekening van holdingmaatschappijen. De voorgestelde regeling zorgt ervoor dat verliezen die zijn
opgebouwd tijdens een passieve periode (slechts houder van deelnemingen) niet meer verrekenbaar zijn met winsten van dezelfde holdingmaatschappij wanneer
deze winstgevende activiteiten gaat uitoefenen.
Voorbeeld 4: Beperking verliesverrekening
Stel Holding B.V. uit voorbeeld 1 leidt structureel verliezen. Holding B.V. maakt wel kosten voor Werk B.V., maar daar staat nooit winst tegenover. De onderneming
zit immers in Werk B.V. De stand van de nog te compenseren verliezen is opgelopen tot e 100.000,00. Dit lijkt te kunnen worden opgelost (door een deel van) de
winstgevende activiteiten van Werk B.V. naar Holding B.V. over te brengen. Dit maakt de voorgestelde regeling echter onmogelijk. Uit het bovenstaande blijkt het
belang om een voorgenomen reorganisatie, alsmede het verstrekken van leningen binnen een groep van B.V.'s af te stemmen met een fiscaal adviseur.
Een auto van de zaak wellicht voordeliger
Vanaf 1 januari 2004 daalt de vergoeding voor zakelijke kilometers met de privé-auto van e 0,28 naar e 0,18, terwijl ook de vergoeding voor woon-werkverkeer e 0,18
bedraagt. In voorgaande jaren bedroeg de fiscale bijtelling voor een auto van de zaak maximaal 25%, terwijl dit percentage vanaf 1 januari 2004 op 22% wordt gesteld.
Er is alleen geen sprake van een fiscale bijtelling indien minder dan 500 kilometer voor privé-doeleinden wordt gereden. Op basis van deze veranderingen is het
wellicht verstandig om na te gaan of het voordeliger is om de auto in privé te houden, dan wel om deze te activeren op de balans. Rekening dient gehouden te worden
met het feit dat de nieuwe wetswijziging een bijzondere omstandigheid is, op grond waarvan een eerdere keuze kan worden herzien.
|