ZLTO speelt belangrijke rol in
ontwikkeling agrarische sector
Van de boeren en tuinders in West-Brabant heeft tachtig procent zich aangesloten bij de Zuidelijke Land- en Tuinbouworganisatie ZLTO. Dat geeft de organisatie een stevige basis in de lobby naar lokale, regionale, nationale en internationale overheden. De afgelopen jaren veranderde de rol van de ZLTO bovendien van reactief naar proactief. Daardoor speelt de ZLTO een belangrijke rol in de ontwikkeling van de agrarische sector in de provincie.
Antoon Vermeer (links) en Peter de Koeijer.
De veranderingen in de agrarische sector zijn talrijk. Dat vraagt om een proactieve rol van een land- en tuinbouworganisatie, vinden Antoon Vermeer, voorzitter van de ZLTO en vice-voorzitter Peter de Koeijer, tevens voorzitter van de regio Zeeland. 'De totale voedselproductie in de wereld neemt toe', legt Vermeer uit. 'Landen als Brazilië, China en Australië eisen hun rol op. Europa kent een vrij gesloten landbouwbeleid, maar dat kunnen we niet handhaven.' Het landbouwbeleid in de Europese Unie bevindt zich dan ook zichtbaar in een overgangssituatie. Subsidies worden afgeschaft en deels vervangen door toeslagen. Armere landen treden toe tot de EU en willen ook een deel van de agrarische steun. Andere machtsblokken eisen afschaffing van marktbeschermende maatregelen. De sterke verlaging van de suikerprijs is daarbij wellicht het meest in het oog springende voorbeeld van de afgelopen periode.
Hogere eisen
Hoezeer Vermeer en De Koeijer het ook betreuren, ook de ZLTO heeft niet de macht in handen om die ontwikkelingen te keren. Maar wel zet de land- en tuinbouworganisatie alles op alles om maximale steun voor de Brabantse boeren en tuinders te realiseren. 'Door ons hoge welvaartsniveau worden aan Nederlandse boeren en tuinders op het gebied van onder andere milieu en dierenwelzijn hogere eisen gesteld. Dat is een luxe waar we aan kunnen voldoen, maar daar hangt dan wel een prijskaartje aan', aldus De Koeijer. De verlaging van de invoerheffingen die andere landen voorstaan, zijn in de optiek van Vermeer en De Koeijer dan ook uit den boze. Nederlandse boeren en tuinders moeten immers worden gecompenseerd voor hun extra inzet. Daarnaast wil de ZLTO de agrariërs zoveel mogelijk tijd geven om zich aan te passen aan de veranderingen en daarmee de schade beperken. Vermeer: 'Daarom proberen we de veranderingen in Brussel te vertragen.'
Lobby op alle niveaus
De lobbyisten van de ZLTO werken dus hard, zowel op nationaal als op internationaal niveau. Maar ook op lokaal en op regionaal niveau werkt de ZLTO actief mee aan het agrarisch beleid. De lokale afdelingen zijn bewust georganiseerd langs de gemeentegrenzen, zodat de invloed op de gemeentepolitiek maximaal is. En het groot aantal leden maakt de ZLTO tot een serieus te nemen gesprekspartner. De Koeijer: 'Onze afdelingsbesturen denken en praten mee over bijvoorbeeld gemeentelijke bestemmingsplannen en economisch beleid, maar hebben ook contact met waterschappen en met de provincie. We maken deel uit van een aantal reguliere overlegcircuits en overleggen regelmatig met de gedeputeerden.' In de lobby naar de lokale en regionale overheden treedt de ZLTO zo proactief mogelijk op. Vermeer: 'De overheid laat het beleid steeds meer over aan de provincies en gemeentes. Zo stelt de overheid budgetten beschikbaar die de provincie naar eigen inzicht mag besteden. Als ZLTO proberen we een actieve rol te spelen in de besteding van die gelden. We adviseren de provincie daarbij, maar initiëren waar mogelijk ook nieuw beleid.'
Verwerkende industrie
Om de positie van de primaire sector te versterken, overlegt de ZLTO ook intensief met de verwerkende industrie. De Koeijer: 'Het is voor de individuele boer of tuinder onmogelijk om alle ontwikkelingen in de verwerkende industrie bij te houden. Daar spelen wij een verbindende rol in. We willen dat de industrie de producten van de lokale producenten afneemt. En dat kan alleen als we hier betere producten afleveren dan elders. We letten daarom scherp op wat er in de markt wel en niet wordt gevraagd.
Daar moeten we de productie op afstemmen, bijvoorbeeld door een betere kwaliteit te leveren of door een gerichte rassenkeuze. Zo creëer je een win-winsituatie.' Ook op een hoger niveau wordt samengewerkt met de industrie. Vermeer: 'Samen met de verwerkende industrie zijn we goed voor tien procent van de Nederlandse werkgelegenheid en voor twintig procent van de export. We hebben er dus belang bij op één lijn te zitten en samenwerking te zoeken. Daarom versterken we ook in Brussel onze samenwerking met de agrobusiness.'
Projecten ondersteunen
Naast belangenbehartiging op alle niveaus ondersteunt de ZLTO agrariërs ook bij het ontwikkelen van nieuwe business. Daarbij kan het zowel gaan om verdieping als om verbreding. De Koeijer: 'Lange tijd is gezocht naar het zogenaamde 'vierde gewas', een gewas dat een aanvulling zou kunnen vormen op aardappelen, granen en suikerbieten. Maar dat vierde gewas heeft voor elke agrariër weer een andere invulling. De een begint een zorgboerderij, de ander verwerkt zijn primaire product tot een nieuw eindproduct.' Land- en tuinbouwers met veelbelovende initiatieven kunnen rekenen op steun van de ZLTO. Vermeer: 'Het kan zijn dat we een project financieel ondersteunen. Maar vaak gaat het ook om het faciliteren van activiteiten, bijvoorbeeld door te zorgen voor veranderingen in bestemmingsplannen of aanpassingen in het beleid van de provincie.' Daarnaast probeert de ZLTO de leden te stimuleren om na te denken over hun toekomst.
De Koeijer: 'Wat we graag willen, is dat agrarisch ondernemers bewust bezig zijn met hun toekomst. Dat ze nadenken over de richting die ze met hun bedrijfsvoering uit willen.
Als zij dan doen waar ze goed in zijn, namelijk ondernemen, dan proberen wij de randvoorwaarden te scheppen waarbinnen ze dat kunnen doen.'
|