Het karakter van de Brabantse industrie zal de komende jaren veranderen. Vooral de laagwaardige generieke productieonderdelen
van de maakindustrie zullen voor een deel verplaatst worden naar lagelonenlanden. Het is daarbij niet vanzelfsprekend dat Research
& Development (R&D) activiteiten in Brabant blijven. "R&D vindt vaak plaats in de nabijheid van productielocaties. Het is dus mogelijk
dat bedrijven ook deze activiteiten zullen verplaatsen. Toch hebben grote bedrijven de laatste jaren fors geïnvesteerd in Brabantse R&D
locaties. Denk bijvoorbeeld aan Nova Chemicals dat in Breda een researchcenter bouwde. We moeten die initiatieven stimuleren," vindt Kees
Kerstens. "Waarschijnlijk blijft de industrie een belangrijke pijler onder de Brabantse economie," denkt adviseur Henk van Dijk van Syntens,
het innovatienetwerk voor ondernemers. "Wel zullen dat vooral kennisintensieve en hoogwaardige activiteiten zijn. Je moet daarom zorgen dat
er een onderscheidend vestigingsklimaat is. Een goede kennisinfrastructuur, stimulerend innovatiebeleid, optimale bereikbaarheid en aansluiting
van het arbeidsmarktaanbod op de vraag. Bedrijven moeten zich hier graag willen vestigen," aldus Van Dijk.
Weg wijzen
Nova Chemicals nam in 2001 BPM over en vestigde zich daarmee in Breda. Het Amerikaanse bedrijf was al aanwezig in Europa, maar besloot in Breda haar
re-searchcenter te plaatsen. "Dat was voor ons de meest logische oplossing. We hadden namelijk al meer ondernemingen overgenomen en Breda lag geografisch
gezien in het midden. Ook de gebouwen op de locatie waren bruikbaar en na een extra investering waren we klaar," vertelt Adin Clarke, directeur van Nova
Chemicals. Het is echter belangrijk om ook bedrijven in het MKB zover te krijgen dat ze investeren in hun kennis. Henk van Dijk zegt: "Wij kunnen bedrijven
de weg wijzen. Er zijn voldoende mogelijkheden om voor kennisontwikkeling subsidies te ontvangen." Clarke plaatst een kanttekening: "Ja, dat klopt. Het probleem
waar wij echter tegenaan lopen, is dat het activiteiten voor de Nederlandse markt moeten zijn. Wij zijn een Europees researchcenter en voeren natuurlijk ook
onderzoek voor buitenlandse locaties uit. Dat is jammer."
Hoogopgeleiden
Het is opvallend te constateren dat er zoveel hoogopgeleide werknemers wonen in Breda. Landelijk ligt het gemiddelde op 27%, terwijl Breda met 37% schone sier maakt.
"Dat betekent dat je na moet gaan waar je deze mensen het beste kunt laten werken. We hebben vijf sectoren onderzocht en zijn bezig daar projecten voor te ontwikkelen.
Dat zijn zakelijke dienstverlening, internationale handel, industrie, logistiek en de creatieve industrie. Deze sectoren nemen ongeveer 65% van de Bredase werkgelegenheid
voor hun rekening. Uit deze sectoren is uiteindelijk gekozen voor de industrie logistiek en de creatieve industrie," vertelt Kees Kerstens. Doel van de gedreven Kerstens
is om de Bredase economie extra te injecteren met kennis. "Groot voordeel daarvan is dat de hoger opgeleiden niet meer naar de Randstad hoeven te pendelen, maar in Breda
kunnen werken. Dat is niet alleen voor de vermindering van files richting de Randstad prima, maar natuurlijk ook voor de economie van de stad." Het is dus de bedoeling van
de gemeente Breda om zoveel mogelijk kennis binnen de stadsgrenzen te krijgen. Om de behoefte aan vestiging in Breda te stimuleren, worden speciale projecten gestart. Een
voorbeeld daarvan is het digicentrum dat creatieve ondernemingen naar Breda moet trekken dat momenteel in de uitwerkingsfase zit. Breda heeft met de NHTV en St. Joost en de
Academie voor ICT en management drie opleidingsinstituten en dus veel kennis voor de creatieve industrie.
Bedrijven kunnen voor meer informatie contact opnemen met Kees Kerstens of met Henk van Dijk.