PricewaterhouseCoopers
Pensioenwet en directeurgrootaandeelhouder.*
De stofwolken ten aanzien van de afschaffing van de fiscale faciliëring van de opbouwmogelijkheden voor vroegpensioen zijn
nog maar net opgetrokken en de volgende wijziging staat al weer op stapel. De laatste tijd hebben onze bewindslieden in Den Haag
(hard) gewerkt aan een nieuwe hervorming binnen pensioenland: de Pensioen- en Spaarfondsenwet (hierna: PSW) gaat vervangen worden
door een nieuwe Pensioenwet (hierna: PW). De beoogde ingangsdatum van de PW is 1 januari 2007. Belangrijk hierbij is natuurlijk
wat dit voor u als directeurgrootaandeelhouder (hierna: dga) betekent. Hieronder zal ik in hoofdlijnen enige voor u relevante
wijzigingen bespreken.
Mr. Marco Vermeulen
Pensioenaanspraken
Net als de PSW beoogt de PW de pensioenaanspraken van werknemers te beschermen. Echter een belangrijk verschil met de huidige
PSW is dat de PW niet zonder meer van toepassing zal zijn op dga's, aangezien de dga niet langer (meer) kwalificeert als
werknemer. Hierdoor kan hij/zij in beginsel dus ook niet meer deelnemen aan een collectieve pensioenregeling. Overigens
wordt voor de toepassing van zowel de PSW als de PW onder dga verstaan een persoon die verbonden is aan een vennootschap
waarin hij/zij - direct danwel indirect - tenminste 10% van het geplaatste aandelenkapitaal houdt.
Gevolg hiervan is dat de pensioenaanspraken van de dga in beginsel óf in eigen beheer dienen te worden uitgevoerd,
óf dat deze pensioenaanspraken in een individuele polis bij een verzekeraar dienen te worden ondergebracht. Echter
zoals het er nu naar uitziet, kan de dga de bescherming van de PW deelachtig worden als alle pensioenrechten extern worden
verzekerd. Naar alle waarschijnlijkheid krijgen dga's nog één jaar de tijd (dus tot 1 januari 2008) om te
beslissen of ze hun pensioenrechten al dan niet bij een verzekeraar wensen onder te brengen. Als een dga er eenmaal voor
heeft gekozen zijn pensioenrechten onder te brengen bij een verzekeraar, dan is er geen weg terug. Het pensioenkapitaal
"terughalen" naar de eigen vennootschap is dus niet mogelijk. Dat geldt overigens ook andersom: kiest de dga voor eigen
beheer, dan bestaat vanaf 1 januari 2008 geen mogelijkheid meer het pensioen onder te brengen bij een verzekeraar.
Overigens wordt met de invoering van de Pensioenwet geen wijziging beoogd van het dga-pensioen in fiscale zin. Als aan
de dga een pensioen wordt toegezegd dat voldoet aan de eisen zoals vastgelegd in de Wet op de Loonbelasting, dan is in
fiscale zin "gewoon" sprake van een pensioenregeling en blijft de omkeerregel (aanspraak onbelast, uitkering belast)
gewoon van toepassing.
Faillissement
Een ander gevolg van de invoering van de PW is dat voor de dga in beginsel een eind komt aan de thans bestaande bescherming
van (externe) pensioengelden bij een faillissement van de vennootschap. Die bescherming was één van de
aantrekkelijke aspecten van het werken met een (afzonderlijke) vennootschap met (extern) verzekerd pensioen. Aangekondigd
is een Overgangsregeling om deze gevolgen enigszins te matigen c.q. de dga te beschermen. In welke mate en voor welke t
ijdsduur die bescherming zou gelden is niet bekend, aangezien de Overgangsregeling nog niet is gepubliceerd.
Echtscheiding
Als een dga gaat scheiden dan bestaat op basis van de huidige PSW voor de gewezen partner een recht op bijzonder
nabestaandenpensioen. Dit geldt uiteraard ook in de situatie dat de pensioenverplichting in eigen beheer wordt
gehouden. Met de invoering van de PW komt dit recht op bijzonder nabestaandenpensioen in beginsel te vervallen,
aangezien de dga in beginsel niet automatisch onder de werking van de PW valt. Voorgesteld is om dit recht op
bijzonder nabestaandenpensioen op te nemen in de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding (hierna: VPS).
Mocht dit recht van de gewezen partner niet in de VPS worden opgenomen, dan betekent dat niet dat de gewezen partner
helemaal geen rechten meer heeft. De gewezen partner kan dan zogenaamd "pensioenverweer" instellen, maar een gang
naar de burgerlijke rechter - vóórdat de echtscheiding wordt uitgesproken - is dan onvermijdelijk.
Nadeel voor de gewezen partner is dat de rechter zal beoordelen of hij/zij in staat is zelf in voldoende mate
voorzieningen te treffen. Tevens zal de rechter beoordelen of hij/zij in overwegende mate schuldig wordt geacht
aan de ontwrichting van het huwelijk/partnerschap. Mocht dit het geval zijn, dan zal het pensioenverweer tevergeefs zijn.
Conclusie
Voor de dga die een meerderheid van de stemrechten bezit in de pensioentoezeggende vennootschap en die zijn
pensioen zuiver in eigen beheer opbouwt, lijkt de voorgestelde Pensioenwet weinig nadelige consequenties te
hebben. Echter voor de dga met een minderheidsbelang die vanuit veiligheidsoverwegingen heeft besloten zijn
pensioen bij een verzekeraar onder te brengen, kan het mogelijk vervallen van de bescherming bij een
faillissement, als zeer onaangenaam worden ervaren. Voor beiden geldt echter dat zij uiterlijk 31 december
2007 al dan niet voor bescherming van de Pensioenwet moeten kiezen. Voor de gewezen partner van de dga lijkt
de bescherming er op zijn zachtst gezegd niet beter op geworden, aangezien het recht op bijzonder
nabestaandenpensioen op dit moment alles behalve zeker is.
Wederom genoeg stof tot nadenken binnen pensioenland dus. Het verdient dan ook aanbeveling vóór het
einde van het jaar uw pensioensituatie samen met uw fiscalist/ pensioenadviseur nader te bekijken, zodat tijdig
op eventuele (nadelige) consequenties van de Pensioenwet kan worden geanticipeerd.
|