In een eerdere editie ben ik ingegaan op het schenken aan de kinderen zonder de grip op het vermogen te verliezen. Uit reacties
blijkt de interesse voor het fiscaal vriendelijk overdragen van vermogen naar de kinderen. Dit is voor mij aanleiding om nog enkele
interessante schenkingsmogelijkheden te belichten.
Schenken van oude lijfrentepolissen
De komende jaren expireren veel zogenaamde 'oud-regime' lijfrentepolissen. Dit zijn koopsompolissen die zijn afgesloten voor
1 januari 1992 of polissen die zijn afgesloten voor 16 oktober 1990, waarop jaarlijks premie is betaald. Indien u in het verleden
een dergelijke polis heeft afgesloten en de uitkeringen niet nodig heeft, is het mogelijk de uitkeringen te schenken aan de kinderen.
Hoe werkt dat?
Op het moment dat het kapitaal vrijkomt, koopt u een direct ingaande lijfrente aan ten name van u zelf. U ontvangt dan
periodiek, bijvoorbeeld jaarlijks, een uitkering uit de lijfrente. Vervolgens laat u de verzekeraar de begunstiging wijzigen.
Niet u, maar een van uw meerderjarige kinderen wordt de begunstigde. Door de begunstiging herroepelijk te wijzigen, schenkt u
in feite elke termijn afzonderlijk aan uw kind. Door een zogenaamde anti-cumulatieregeling in de wet, is over deze schenkingen
geen schenkingsrecht verschuldigd. Uw zoon of dochter betaalt wel inkomstenbelasting over de uitkering, in box 1. Als hij of
zij in een lagere belastingschijf valt dan u, levert dat een extra voordeel op. De jaarlijkse lijfrente-uitkering kan voor uw
zoon of dochter wellicht een welkome aanvulling zijn op de studiebeurs of op het inkomen.
Het is van belang dat de begunstiging ten name van een van uw kinderen herroepelijk is. Dit betekent dat u op elk gewenst
moment kunt besluiten om iemand anders als begunstigde aan te wijzen. Zou u één van uw kinderen onherroepelijk
als begunstigde aanwijzen, waarmee u in feite de hele polis schenkt, dan moet er namelijk wel schenkingsrecht betaald worden
over de waarde van het contract verminderd met een latente inkomstenbelastingclaim.
Schenken in de vorm van een renteloze of laagrentende lening
Als u geld uitleent aan uw kinderen zonder daarbij rente of een lage rente te bedingen, is er feitelijk sprake van een
schenking van de prijsgegeven rente. De Hoge Raad heeft echter beslist dat als ouders renteloos aan hun kinderen lenen,
de prijsgegeven rente geen schenking vormt, mits de lening direct opeisbaar is.
Stel u heeft € 100.000,- op een direct opeisbare spaarrekening bij een bank staan. Hierover krijgt u 3,5% per
jaar vergoed. U leent deze gelden renteloos uit aan de kinderen, zodat het op hun naam bij de bank komt te staan. U bereikt
hiermee dat de kinderen de rente van 3,5% genieten, terwijl ze over de lening van u geen rente hoeven te betalen.
De niet bedongen rente is wel een schenking als de lening niet direct opeisbaar is of als het beding van directe
opeisbaarheid reële betekenis mist. Bijvoorbeeld u verstrekt uw kind een renteloze lening voor de aankoop van
een huis, terwijl het kind zelf niet in staat is (dus zonder uw financiële steun of aansprakelijkheid) een
lening bij een bank aan te trekken.
Herroepelijk schenken
Indien u wilt dat uw kinderen direct kunnen profiteren van uw schenking, maar u de grip op het vermogen ook niet
geheel wilt verliezen, is een herroepelijke schenking een mogelijkheid. Door notarieel overeen te komen dat de schenking
herroepelijk is, kunt u de schenking 'terugdraaien' op het moment dat u vindt dat niet goed wordt omgegaan met het
overgedragen vermogen. De bij schenking betaalde schenkingsrechten betaalt de fiscus op dat moment weer terug. Het is
in deze situatie mogelijk dat het geld door uw kinderen al is 'opgemaakt', voordat u de schenking herroept. In dat geval
is het leed al geschied.
In de notariële akte moet vastgelegd worden dat de herroepelijkheid eindigt bij overlijden van de langstlevende
ouder, omdat de overeenkomst anders in de nalatenschap valt. Het zou kunnen dat een van de erfgenamen de schenking dan
alsnog herroept, met alle - eventueel ongewenste gevolgen - van dien.
Bij schenken is het overigens altijd verstandig stil te staan bij het opnemen in de akte van de zogenaamde
uitsluitingsclausule. Met deze clausule bereikt u dat hetgeen u schenkt niet zal vallen in een (toekomstige)
huwelijksgemeenschap van uw kind(eren).