Mede naar aanleiding van de zaak Charles & Charles-Tijmens is met ingang van 1 januari 2007 een aantal bepalingen uit de Wet Omzetbelasting 1968 gewijzigd. Een ondernemer kan een goed dat hij gedeeltelijk privÈ en gedeeltelijk ten behoeve van zijn onderneming gebruikt, voor de BTW ofwel geheel tot zijn ondernemingsvermogen rekenen, ofwel geheel tot zijn privÈ-vermogen, ofwel (u raad het al) gedeeltelijk tot zijn ondernemings-vermogen en gedeeltelijk tot zijn privÈ-vermogen. Dit heet "etiketteren". Het belang hiervan is natuurlijk de mogelijkheid van aftrek van de BTW op de koopprijs of op onderhouds- en reparatiekosten.

Indien een ondernemer er voor koos zijn gemengd gebruikt goed volledig tot zijn ondernemingsvermogen te rekenen, mocht hij alleen de BTW op het zakelijk gedeelte in aftrek brengen. Dat is veranderd.

Een ondernemer die een goed zowel voor zakelijke als voor privÈ-doeleinden gebruikt, kan op grond van de nieuwe regeling op het moment van aanschaf ook de BTW die ziet op het privÈ gebruikte gedeelte volledig in aftrek brengen. Koopt u dus een nieuwbouwpand met kantoor of praktijk aan huis, of voor mijn part met een werkkamer - want de mate waarin het goed zakelijk wordt gebruikt is niet relevant - dan kunt u de BTW geheel in aftrek brengen. Vervolgens moet u de in aftrek gebrachte BTW voor zover die betrekking had op het privÈ-gedeelte, later verspreid over een aantal jaren (10 jaar voor onroerende zaken) terug-betalen. Uitstel van betaling dus!

Het etiketteren van het in privÈ gebruikte gedeelte tot ondernemingsvermogen biedt derhalve een financieringsvoordeel. Te verwachten is dat ondernemers massaal zullen overgaan tot het volledig zakelijk etiketteren van hun woning, mits deze natuurlijk eveneens ten behoeve van de onderneming wordt gebruikt. Maar pas wel op als u de woning binnen 10 jaar verkoopt! Raadpleeg dan in ieder geval eerst uw belastingadviseur of uw notaris.