Met ingang van 1 januari 2004 en 1 juli 2004 worden de bedragen, genoemd in artikel 8, eerste lid, onder a, b en c van de Wet minimumloon
en minimumvakantiebijslag onderscheidenlijk als volgt vastgesteld: a. per maand e 1264,80 / b. per week e 291,90 / c. per dag e 58,38
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2004.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft een duidelijk signaal afgegeven door de hoogte van het minimumloon en de
minimumvakantiebijslag voor 2004 te handhaven op het niveau van 2003. Bepalend voor de vaststelling van de hoogte van deze bedragen is het
volgende. Op 14 oktober j.l. is er tussen het kabinet en de sociale partners overleg gevoerd.
De concept-kabinetsverklaring impliceert dat voor het jaar 2004 (en ook voor 2005) ontkoppeling zal plaatsvinden op basis van de wettelijke
afwijkingsgronden zoals genoemd in art.14, vijfde lid van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag. Kabinet en sociale partners kiezen
voor een nullijn in 2004 en 2005.
Een hogere stijging van lonen en uitkeringen is schadelijk voor de werkgelegenheidsontwikkeling. Aangezien de wettelijke berekeningssystematiek
zou leiden tot enige stijging (op grond van reeds gesloten contracten alsmede overloopeffecten) is voor de realisatie van de gekozen nullijn
noodzakelijk om van deze systematiek af te zien. In 2006 zal, conform de afspraak in het sociaal akkoord, de koppeling tussen lonen en uitkeringen
volledig worden hersteld.
Het voorgaande leidt ertoe dat de bedragen onder a, b en c van genoemde wet niet verhoogd worden ten opzichte van het niveau per 1 juli 2003.