PricewaterhouseCoopers
De Belgische aanmerkelijk-belangregeling onder druk
PricewaterhouseCoopers verzorgt in 'de Ondernemer' een fiscale vragenrubriek. PricewaterhouseCoopers is een wereldwijd toonaangevende organisatie op onder meer
het gebied van accountancy en belastingadvies. De vestigingen in Bergen op Zoom en Breda dragen zorg voor de inhoud van deze maandelijkse rubriek. Mr. Rick
Mijnsbergen en Mr. Marco Vermeulen zullen uw vragen persoonlijk beantwoorden. Vragen kunt u richten aan: 'de Ondernemer', Postbus 3805, 4800 DV Breda. Voor
actueel belastingnieuws: www.belasting.nl
Mr. Rick Mijnsbergen, PricewaterhouseCoopers N.V.
Vraag aan Mr. Marco Vermeulen:
Ik ben samen met mijn vrouw woonachtig in België. Samen bezitten we 100% van de aandelen in een Belgisch besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
(B.V.B.A.). We zijn van plan om deze aandelen te verkopen aan een Nederlandse besloten vennootschap (B.V.) die eigendom is van onze kinderen. Toen ik hierover
sprak met een kennis vertelde hij me dat dit sinds kort mogelijk is zonder aanmerkelijk-belangheffing verschuldigd te zijn in België. Klopt dit?
Antwoord:
Tot op zekere hoogte klopt het antwoord van uw kennis. Het dient echter wel genuanceerd te worden. Ik zal dit uitleggen. Inwoners van Nederland met een aandelenbezit
van 5% of meer in een B.V. vallen onder de aanmerkelijk-belangregeling. Dit houdt in dat deze aandeelhouder 25% inkomstenbelasting verschuldigd is bij verkoop van
de aandelen. Deze Nederlandse regeling geldt ongeacht de plaats waar de koper van de aandelen woont, of is gevestigd. U bent echter geen inwoner van Nederland, maar
woont in België. In dat geval is de Belgische fiscale wetgeving van toepassing. De vraag is dan ook in België sprake is van een zelfde soort aanmerkelijk-belangregeling.
België kent echter geen aanmerkelijkbelangregeling, op één uitzondering na.
Deze uitzondering houdt in dat Belgische personenbelasting is verschuldigd indien u, als particuliere aandeelhouder, uw aandelen in de B.V.B.A. verkoopt aan een
(voor België) buitenlandse rechtspersoon, zoals een Nederlandse BV. Overigens geldt deze regeling bij een aandelenbelang van meer dan 25%. De Belgische fiscus zal
de verkoopwinst die u behaalt willen belasten met 16,5% personenbelasting. Overigens kan dit percentage (effectief) verhoogd worden met ge-meentelijke opcentiemen,
welke per gemeente verschillen. Over deze Belgische fiscale regeling heeft het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschap op 8 juni jongstleden een belangwekkende
zaak (Belgische belastingdienst versus De Baeck) gewezen. De Baeck was een inwoner van België en bezat aandelen in Belgische vennootschappen. Zijn aandelen in deze
vennootschappen had hij verkocht aan een Franse vennootschap. Omdat de aandelen aan een buitenlandse vennootschap waren verkocht oordeelde de fiscus dat de
gerealiseerde meerwaarde belastbaar was. De Baeck was het hiermee niet eens en heeft een gerechtelijke procedure tegen de Belgische fiscus aangespannen.
Tijdens deze procedure rees de vraag of de Belgische aanmerkelijk-belangregeling in strijd is met het EG-verdrag. Aangezien de Rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen
hier niet direct het antwoord op wist heeft zij hierover zogeheten 'prejudiciële vragen' gesteld aan het Europese Hof van Justitie. Dit zijn vragen met betrekking tot
de manier waarop een gerechtshof het Europees recht in een bepaalde situatie dient uit te leggen. Het Hof van Justitie is van mening dat de Belgische aanmerkelijk-belangregeling
inderdaad in strijd is met het EG-verdrag. Zij is hiertoe gekomen omdat de verkoop aan een in België gevestigd lichaam niet leidt tot belastingheffing, terwijl een verkoop
aan een buiten België gevestigde vennootschap wel belast is. Dit onderscheid is volgens het Hof van Justitie onterecht.
Met dit antwoord heeft het Hof van Justitie de zaak terugverwezen naar de Rechtbank in Antwerpen. Formeel is het nog onzeker of de Rechtbank in Antwerpen 'meegaat' met de
visie van het Hof van Justitie. Echter, aangezien de mening van het Europese Hof vrijwel altijd gevolgd wordt, is het waarschijnlijk dat ook de Antwerpse rechter de
Belgische aanmerkelijkbelangregeling uiteindelijk zal verwerpen.
Zowel voor inwoners van België, als van Nederland, kan deze uitspraak interessant zijn. Tot op heden verliep een fiscaaljuridische reorganisatie veelal via een Belgische
B.V.B.A. om de Belgische aanmerkelijk-belangregeling te vermijden. Wellicht is deze tussenstop vanaf heden niet meer nodig.
Twee belangrijke kanttekeningen hierbij. Voor alle zekerheid is het wachten op de definitieve uitspraak van de Rechtbank van Antwerpen. Indien de rechtbank niet meegaat
in de redenering van het Hof van Justitie, dan wel de Belgische fiscus in hoger beroep gaat, zal pas zekerheid bestaan als de hoogste Belgische rechter uitspraak heeft
gedaan. Daarnaast attenderen wij op de mogelijkheid die de Belgische regering heeft om het 'gat' in de wetgeving, al dan niet met terugwerkende kracht, te repareren.
In dit verband is denkbaar dat in de Belgische politiek de discussie wordt heropend over het invoeren van een brede aanmerkelijk-belangregeling, die net als in Nederland
wordt toegepast ongeacht waar de kopende partij woont of is gevestigd.
Wenst u meer informatie over het bovenstaande, dan kunt u contact opnemen met uw belastingadviseur.
|