De B.V. wordt vaak als ondernemingsvorm gekozen voor een onderneming om het risico voor
de onderneming te verminderen. Deze rechtspersoon heet immers ook niet voor niets voluit
besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid. Toch is het goed om in gedachten
te houden dat het uitsluitend om beperking van aansprakelijkheid gaat.
Ongetwijfeld is bekend dat de bestuurder of commissaris aansprakelijk kan zijn als er
sprake is van 'onbehoorlijk bestuur'. Als onbehoorlijk bestuur aan de orde is (geweest)
kan de vennootschap haar directeur aansprakelijk stellen. Maar hij kan eventueel ook
door een derde worden aangesproken.
Daarnaast kan de bestuurder aansprakelijk zijn voor afdracht van belastingen, ingeval
van faillissement, met name als een dreigende betalingsachterstand niet (tijdig) is gemeld.
Minder bekend is het scenario dat de bestuurder het geld (meestal e 18.000,00) direct na
haar oprichting (terug)leent van de B.V.. Hier wordt 'in de wandeling' nog wel eens te
makkelijk mee omgegaan. Toch is dit laatste niet zonder risico. Als de betaling voor de
aandelen geen reëel karakter heeft, kan er een aansprakelijkheid van het bestuur ontstaan.
In de jurisprudentie zijn inmiddels tal van voorbeelden naar voren gekomen waarin het
reële karakter van de storting (betaling voor de aandelen) wordt getoetst. Als de
vennootschap de storting niet daadwerkelijk kan gebruiken als werkapitaal of waarborg
voor haar schuldeisers, mist de storting een reëel karakter. Hiervan kan sprake zijn
bij een zogenaamd 'kasrondje'. Als er achteraf iets blijkt te haperen, is er vaak
geen mogelijkheid meer om dit te repareren. Dan kan de bestuurder aansprakelijk blijken.
Natuurlijk is het zo dat een zakelijke en reële lening bij uw B.V. wel mogelijk is. Om
misverstanden te voorkomen is het goed u vooraf te laten adviseren.