Algemeen
De arbeidstijd is de in het arbeidscontract afgesproken tijd die de werknemer aan de werkgever ter beschikking
stelt. Een belangrijk element in de modernisering van de arbeidsvoorwaarden is de wijze waarop met de factor
tijd wordt omgegaan.
Welke arbeidsduur (per week, maand of jaar) wordt met een werknemer afgesproken? Welke afspraken gelden er ten
aanzien van de arbeidstijden? Hoe lang gelden deze afspraken en welke vormen van verlof gelden er? Het
spiegelbeeld van deze afspraken wordt gevormd door de eisen die vanuit de bedrijfsvoering aan de inzet van
werknemers (bezetting en inzetbaarheid) moeten worden gesteld. Naast de wensen van werkgever en werknemer die
verschillende vormen aan kunnen nemen gelden er specifieke (arbeids)wettelijke bepalingen die een bepaald gedrag
voorschrijven of afkeuren. De Arbeidstijdenwet is hiervan een bekend voorbeeld.
Voorbeeld
Een werkneemster wil eerder stoppen op werkdagen, zodat ze haar kind borstvoeding kan geven. Zij beroept zich op
het voedingsrecht. Moet aan dit verzoek worden voldaan? Niet zonder meer. Het voedingsrecht is geregeld in de
Arbeidstijdenwet. Een werkneemster heeft gedurende de eerste negen maanden na de geboorte van haar kind het
recht om de arbeid te onderbreken voor het in rust en afzondering geven of afkolven van borstvoeding. De werkgever
stelt zonodig een geschikte - af te sluiten - ruimte ter beschikking. De onderbrekingen worden gewoon doorbetaald.
De wet geeft aan dat de onderbrekingen zo vaak en zo lang plaatsvinden als nodig is, maar zij mogen ten hoogste een
vierde van de arbeidstijd per dienst omvatten. De vaststelling van het tijdstip en de duur van de onderbrekingen
vindt plaats door de werkneemster na overleg met de werkgever. Uit de letterlijke tekst van de wet is niet op te
maken dat een werkneemster het recht heeft om eerder te stoppen met werken. Het voedingspatroon van het kind staat
centraal. Met betrekking tot het voedingsrecht is goed overleg tussen de partijen van groot belang. De werkneemster
heeft echter het laatste woord. Indien de werkgever het daarmee niet eens is, kan hij de zaak laten toetsen bij de
kantonrechter.
Het voedingsrecht is een voorbeeld van rechten en plichten welke zijn vastgelegd in de Arbeidstijdenwet. Als een
medewerker met het verzoek komt tot het verminderen van de geldende arbeidstijd, dan doet u er verstandig aan na
te gaan wat de wet u of uw medewerker voorschrijft alvorens het voorstel van de hand te wijzen.