Vraag:
Binnen onze onderneming, een vennootschap onder firma, zijn wij voornemens aan een tweetal van onze werknemers een auto van de zaak ter beschikking te stellen. Nu weet ik dat ik voor mijn eigen auto een correctie in de BTW-aangifte moet aanbrengen voor de privé-kilometers die ik rijd. Hoe werkt dit als ik aan een werknemer een auto ter beschikking stel?

Antwoord:
Zoals waarschijnlijk bekend zal zijn, is de omzetbelasting (BTW) een belasting ter zake van de levering van goederen en diensten. De BTW wordt in beginsel geheven van een ondernemer ter zake van de door hem of haar verrichte leveringen en diensten. Essentieel daarbij is dat de ondernemer de aan hem/haar in rekening gebrachte BTW in aftrek mag brengen (aftrek van voorbelasting). Ondernemers die 'vrijgestelde' prestaties verrichten, zoals bijvoorbeeld diensten in de medische sector en het bank- en verzekeringswezen, hebben geen recht op vooraftrek van de aan hen in rekening gebrachte BTW. In dat geval is de BTW dus een kostenpost. Ik ga er gemakshalve even vanuit dat u, net als het grootste deel van ondernemend Nederland, geen vrijgestelde prestaties verricht. In dat geval geldt als hoofdregel dat alle aan u in rekening gebrachte BTW in beginsel in aftrek kan worden gebracht in de BTW-aangifte.

Toch is ook dan niet altijd alle BTW aftrekbaar. Een van de belangrijke uitsluitingen van aftrekrecht geldt voor de auto van de zaak. U merkt terecht op dat wanneer u als ondernemer de auto van de zaak ook voor privé-doeleinden gebruikt, voor de BTW een correctie voor het privé-gebruik dient plaats te vinden. Een dergelijke correctie geldt eveneens als u als werkgever aan uw werknemer een auto ter beschikking stelt, die door de werknemer ook voor privé-doeleinden mag worden gebruikt. De mogelijkheid van aftrek van BTW kan dan gedeeltelijk worden uitgesloten.

Dit werkt als volgt
In eerste aanleg kan de aan u in rekening gebrachte BTW ter zake van de auto gewoon in aftrek worden gebracht in de aangiften omzetbelasting. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de BTW op de aanschafkosten van de auto, maar ook aan onderhoudskosten en brandstof. Vervolgens dient aan het einde van het jaar, in de laatste aangifte, een correctie te worden opgenomen op de in aftrek gebrachte BTW. Deze correctie heeft betrekking op het privé-gebruik van de auto door de werknemer. De correctie dient te worden gebaseerd op de werkelijke kosten welke aan het privé-gebruik zijn toe te rekenen.
Het zal duidelijk zijn dat het privé-gebruik van de werknemer voor een werkgever veelal niet of nauwelijks is te bepalen, zodat ook de berekening van de niet-aftrekbare voorbelasting een ondoenlijke zaak is. Om die reden is goedgekeurd dat de correctie plaatsvindt op basis van de forfaitaire (fictieve) methode. Deze forfaitaire methode houdt in dat als niet-aftrekbare omzetbelasting wordt genomen 12% van het bedrag dat de werknemer bij zijn inkomen moet tellen, met dien verstande dat het woon-werkverkeer voor de BTW niet als zakelijk wordt beschouwd.

Concreet betekent dit dat de niet-aftrekbare BTW per werknemer als volgt kan worden bepaald:

1. niet-aftrekbare BTW is 12% van 25% van de catalogusprijs van de auto (incl. BTW) als:

• voor de inkomstenbelasting sprake is van een bijtelling wegens privé-gebruik; én
• sprake is van woon-werkverkeer.

Het percentage van 25 wijkt af van het percentage voor de inkomstenbelasting (22%), omdat het woon-werkverkeer voor de BTW niet als zakelijk gebruik wordt aangemerkt.

2. De forfaitaire correctie bedraagt 12% van 10% van de cataloguswaarde (incl. BTW) als:

• voor de inkomstenbelasting geen sprake is van een bijtelling voor privé-gebruik (< 500 kilometer privé) én;
• sprake is van woon-werkverkeer.

3. De forfaitaire correctie bedraagt nihil als:

• voor de inkomstenbelasting geen sprake is van een bijtelling voor privé-gebruik (< 500 kilometer privé) én:
• geen sprake is van woon-werkverkeer.

Voor gebruik van personenauto's door werknemers die op wisselende plaatsen hun arbeid verrichten, de zogenaamde ambulante werknemers, is overigens een speciale regeling getroffen, waar ik hier niet nader op in zal gaan.

Zoals u ziet geldt voor de auto van de zaak van werknemers een nog ingewikkeldere regeling dan voor u. U kunt als ondernemer immers eenvoudigweg uitgaan van een forfaitaire correctie van 12% van 22% van de cataloguswaarde van uw auto (incl. BTW). Het is echter ook mogelijk om op basis van de werkelijk gereden privé-kilometers een correctie toe te passen. Bij de auto van de zaak voor werknemers zal per werknemer, op basis van bovenstaande regeling, moeten worden bepaald welke correctie dient plaats te vinden voor de BTW.