Men zou testamenten kunnen onderscheiden in een aantal hoofdvarianten: het langstlevendetestament (geënt op de wettelijke regeling), het vruchtgebruiktestament, het combinatie- of keuzetestament, het tweetrapstestament, het ondernemerstestament en zo zijn er nog wel een paar te verzinnen.
In al die testamentvormen kunnen allerlei min of meer exotische clausules voorkomen, zoals de rampenclausule, de Monica Lewinsky-clausule, de anti-schoonzoon clausule, de inbrengclausule, de bewindvoeringsclausule, de ventielbepaling, het afvullegaat, de ik-oom/tante-clausule, de rechtskeuze, de cautio Socini enzovoort. Het zijn de bepalingen die een testament vaak moeilijk leesbaar maken.
Deze clausules vervullen in het testament vaak een overkoepelende functie, in die zin dat zij dienen te gelden voor alle mogelijke situaties die uit het testament kunnen voortvloeien. Deze bepalingen kunnen dan ook worden ingebouwd in elk van de hoofdvarianten van testamenten, waarbij - afhankelijk van de feitelijke omstandigheden - nuances worden aangebracht. De plaats ontbreekt om inhoudelijk op deze clausules in te gaan. Vaak worden zij opgenomen om successiebelasting te besparen, maar zij kunnen ook van vermogensrechtelijke aard zijn, zoals de instandhouding van het familievermogen, of van wat minder materialistische aard, zoals de bescherming van erfgenamen tegen zichzelf of de verzorging en opvoeding van minderjarige kinderen.
Het huidige wettelijke erfrecht regelt veel waarvoor vóór 1 januari 2003 een testament opgemaakt moest worden. Hetgeen bedoelde clausules regelen volgt echter niet zomaar uit de wet; dat moet nog steeds uitdrukkelijk bij testament bepaald worden. De clausules kunnen in elke situatie van groot belang zijn, belangrijk genoeg om uw licht eens bij de notaris te gaan opsteken.