De stoel
Naam: Kees van Fessem (61).
Functie: Secretaris van de regio Breda van de Brabants Zeeuwse Werkgeversorganisatie
(BZW) sinds 1987.
Bedrijf: de BZW is de belangenbehartiger en netwerkorganisatie van de werkgevers in
Zuidwest Nederland. De organisatie bestaat 90 jaar. De BZW heeft circa 3000 leden, die
samen 1800 bedrijven vertegenwoordigen.
Bijzonderheden: De BZW is destijds in Tilburg ontstaan na een fusie van de katholieke
werkgeversorganisaties in de bisdommen Breda en Den Bosch met de protestantse werkgevers.
Zo'n 25 jaar geleden kende de BZW een indeling in 8 regionale kringen die aansloten bij
de toen bestaande stads- en streekgewesten van de overheid. Nu die gewesten zijn opgeheven
gaat de kringstructuur van de BZW weer aansluiten bij de werkgelegenheidsgemeenten, "omdat
de macht nu vooral bij de gemeenten ligt."
Locatie foto: Ras Bredanaar Van Fessem heeft zijn stoel midden in Tilburg staan, in het
Ondernemershuis aan het Reitseplein.
Tekst: Ron Gregoor
Foto: Thom van Amsterdam
Waarom zit u in deze stoel?
Deze stoel is niets bijzonders. Het is een gewone bureaustoel in onze huisstijlkleur oranje.
Ik zit er niet zo vaak op. De meeste tijd ben ik op pad voor de organisatie. Maar als ik er
zit, voel ik me erg op mijn gemak. Voordat ik hier kwam werken, zat ik bij de gemeente Breda.
Daar had ik het ook naar mijn zin, maar er was net een reorganisatie geweest. Ik kreeg een
tip dat er bij de BZW een secretaris gevraagd werd. Ik solliciteerde, maar tijdens het gesprek
bleek dat de baan pas een jaar later vacant kwam. 'Als ik in die tussentijd een betere baan
vind, kom ik niet, anders zie je me over een jaar', zei ik. Ik kwam en heb er nooit spijt
van gehad.
Op welke stoelen heeft u
hiervoor gezeten?
Mijn allereerste stoel stond in Breda, in de Belcrum, dat was nog een babystoeltje. Na een
paar jaar verhuisden we naar de Markkade en weer later naar Boeimeer. Nu staat mijn luie
stoel aan de Vierwindenstraat, in een van de nieuwe huizen van het Chassépark. Prachtige
locatie voor een Bredanaar.
Mijn schoolbank stond in Seminarie IJpelaar (gymnasium). Daarna kwam ik bij Philips in
Eindhoven terecht. Ik was er zowat de allereerste computerprogrammeur van Nederland. Mijn
opleiding kreeg ik in de Mozes en Aäronkerk in Amsterdam ten tijde van de bruiloft van Beatrix.
We zagen alles wat daar in die tijd gebeurde. Daarna moest ik in dienst. Toen ik 23 was besloot
ik te gaan studeren, in Tilburg, rechten. Toevallig begon ik daar gelijk met mijn bijna vier
jaar jongere broer Wim, de latere Officier van Justitie in Breda en lid van de Tweede Kamer.
Na mijn studie kwam ik meteen bij de gemeente Breda terecht. Korte tijd een juridische functie
als hoofd van het bureau eigendommen, daarna hoofd Economische Zaken. Ik heb 12,5 jaar bij de
gemeente Breda gewerkt.
Hoort een Bredanaar niet op een Bredase stoel te zitten?
Ik heb jarenlang op zo'n stoel gezeten, bij de gemeente Breda. Ik heb het daar altijd prima
naar mijn zin gehad. Naast mijn werkzaamheden op Economische Zaken was ik 10 jaar directeur
van de BRIM. We deden daar bijna alles; we verkochten alle bedrijfsgrond in Breda, haalden
bedrijven binnen, deden de acquisitie, zorgden voor financiering van bedrijven, bouwden huurhallen.
Ik onderhandelde namens de gemeente met al die bedrijven, ik stond met één been in het bedrijfsleven.
Toen kwam er een grote reorganisatie, waarbij o.a. de BRIM veel minder herkenbaar werd. Net in
die tijd attendeerde iemand me op een aanstaande vacature bij de BZW. Ik was 41 en dacht: als
je ooit nog van baan wil veranderen, dan moet je het nu doen. Ik heb het gedaan en er nooit
spijt van gehad.
Wat doet u allemaal
vanuit deze stoel?
Lobbyen. Namens de bedrijven zit ik in allerlei overlegvormen. Gemeenten bijvoorbeeld vragen
ons bijna altijd om advies, we zitten dus in nogal wat adviescommissies. Op het gebied van
milieu, economie, ruimtelijke ordening, onderwijs.
Daarnaast organiseer ik voor onze leden allerlei activiteiten zoals workshops, theateravonden,
netwerkbijeenkomsten, buitenlandse reizen. En ik ben een soort vraagbaak. Huisarts noem ik het
zelf. Ik zeg altijd tegen die mensen die mij advies vragen: ik weet zelf eigenlijk niets, maar
ik ken wel heel veel mensen die heel veel weten.
Heeft u veel invloed
vanuit deze stoel?
Best wel. Ik heb wel het idee dat we door de overheid serieus worden genomen. Natuurlijk is
het niet zo dat wij altijd onze zin door kunnen drukken, wij snappen ook wel dat er andere
belangen meespelen dan alleen die van het bedrijfsleven. Maar er wordt in ieder geval heel
serieus naar ons geluisterd.
Zou u niet een stoel in
een eigen bedrijf willen hebben?
Nee, daar heb ik op een of andere manier het lef nooit voor gehad. Misschien komt dat wel
door mijn opvoeding. Mijn moeder (vader is op 31-jarige leeftijd gestorven) zei altijd:
waarom zou je risico's nemen, je zit hier toch goed. En onwillekeurig heeft die houding
invloed op mij gehad.
Heeft u nog ergens anders
een stoel waar u aan hecht?
In het NAC stadion. Ik ben mijn hele leven al een fervent supporter. Vanaf mijn dertiende
kom ik al ieder jaar kijken. Dat was de tijd van Stan de Rijk, Kees Kuys, Adri Pelkmans en
Jan van Hoogenhuyzen. Ook in de jaren dat het slecht ging, ben ik altijd geweest. Ik heb
bij de faillissementsverkoop destijds nog geboden op een massagetafel. NAC is mijn cluppie,
ik heb een aantal jaren in de verenigingsraad gezeten.
Waar komt u uw stoel voor uit?
Ik heb verschillende hobby's. Ik speel golf in Prinsenbeek, ik tennis met een vast clubje
van een man of tien op het Ei. Iedere zondagochtend huren we daar een baan van negen tot
twaalf en drinken daarna een pilsje. Ik badminton al 35 jaar met een vriend in Prinsenbeek.
Ik verzamel alles wat maar met Kuifje te maken heeft.
Hoe lang blijft die stoel nog bezet?
Nog bijna twee jaar. Ik ben nu 61, ik werk nog drie dagen in de week. Als ik 63 ben, stop
ik ermee, ga ik in de VUT. Dan is het welletjes.
Wat gaat u dan doen?
Genieten. Golfen. Lezen, en dan weinig vakliteratuur. En ik ga eens kijken of ik een geschikt
muziekinstrument kan vinden om te gaan spelen. Ik twijfel tussen trompet, klarinet of saxofoon.
Ik heb wel wat met muziek. Ik zat vroeger bij het Petrus en Paulus jongerenkoor. Vanaf 1968
tot begin tachtiger jaren. Ik heb ook bij het Gregoriaans koor Ulvenhout van Nico Jongenelen
gezeten. Misschien ga ik dat weer oppakken. Ik zing ook al jaren de Matthäuspassion in het
Bachkoor Brabant. En misschien wat meer korte stedentrips.
|