Voorzitter BouwNed Zuid-Nederland aan het woord
BouwNed behartigt bouwbelangen in de regio
De bouw is een van de grootste bedrijfstakken in Nederland. Met een jaaromzet van rond 46 miljard euro neemt de bouwproductie tien procent van het bruto
binnenlands product voor haar rekening. Daarmee levert de bouw een aanzienlijke bijdrage aan de Nederlandse economie. Ongeveer driekwart van de bouwactiviteiten
in ons land wordt uitgevoerd door de sector Burgelijke en Utiliteitsbouw (B&U). In gewoon Nederlands: de bouwers van woningen, kantoren, bedrijfspanden, winkels,
scholen, ziekenhuizen, theaters en sporthallen. BouwNed behartigt de belangen van deze bedrijven.
Voorzitter Herman de Koning.
Naast internationale en nationale belangenbehartiging speelt de regionale belangenbehartiging een belangrijke rol in het beleid van BouwNed. Daarom kent BouwNed
vijf regiokantoren die zich bezighouden met zaken die een specifieke regionale component hebben. Hierbij valt te denken aan de bouwmarkt en ruimtelijke ordening,
lokaal aanbestedingsbeleid, bevorderen van het ondernemerschap binnen het MKB, instroom en het opleiden van personeel. Daarnaast worden landelijke (beleids)programma's
in de regio uitgewerkt. Voor Zuid-Nederland heeft BouwNed een regiokantoor in Tilburg. De provincies Noord-Brabant, Zeeland en Limburg vormen het werkgebied van deze
regio. Het gebied is onderverdeeld in 16 afdelingen en heeft circa 900 aangesloten bouwbedrijven. Voorzitter van het regiobestuur is de heer ing H. de Koning. Hij gaat
in op een aantal ontwikkelingen die de bouw in het algemeen en in het zuiden van Nederland in het bijzonder raken.
De vereniging
De vereniging BouwNed bestaat nu bijna anderhalf jaar. In die tijd is er veel bereikt; niet alleen op landelijk niveau, maar zeker ook in onze regio. Drie regionale
kantoren zijn samengevoegd tot één kantoor in Tilburg. Er is een regionaal bestuur samengesteld met capabele en enthousiaste leden. Daarmee staat de organisatie stevig
op de rails. BouwNed vertegenwoordigt maar liefst driekwart van de georganiseerde bouw en is daarmee een factor van betekenis.
Belangenbehartiging
In de belangenbehartiging heeft de organisatie al een aantal in het oog springende successen weten te behalen. Met een krachtige stellingname heeft BouwNed er bijvoorbeeld mede
aan bijgedragen dat men in Den Haag anders is gaan denken over ruimtelijke ordening. Het beleid van centralistische aansturing door de rijksoverheid en strakke contouren waar
gebouwd mag worden is verlaten en het kabinet heeft aangegeven dat gemeenten en provincies het voortouw krijgen bij de inrichting van Nederland.
BouwNed springt ook voor de bedrijven op de bres om hun belangen in de regio te behartigen. Na de Statenverkiezingen, eerder dit jaar, hebben wij direct een brief gestuurd aan
alle nieuwe statenleden. Hierin hebben wij erop aangedrongen, dat provincies in hun structuurplannen voldoende ruimte opnemen voor wonen en werken. Andere punten waarop belangrijke
successen zijn geboekt zijn de onredelijke aanslagen voor bedrijven als gevolg van het reprorecht en het behoud van het lage BTW-tarief voor arbeidsintensieve diensten.
Bouwmarkt
De economische recessie treft ook de bouw. In de eerste zes maanden van dit jaar zijn er in de sector al 18.000 banen verdwenen. En dan reken ik de ontslagen bij onze toeleveranciers
nog niet eens mee. Het blijkt dat vooral de nieuwelingen het loodje leggen: bedrijven en bedrijfjes die in de jaren van hoogconjunctuur het avontuur hebben gekozen. Uit het ledenbestand
van BouwNed blijkt gelukkig dat de gevestigde en ervaren bedrijven wel tegen een stootje kunnen. De kille cijfers wijzen echter uit dat 2003 een somber jaar is voor de bouw. De
orderportefeuille van de B&U-sector heeft inmiddels het laagste niveau van de afgelopen drie jaar bereikt.
Een belangrijk knelpunt is de stagnatie in de woningnieuwbouw. Ondanks goede bedoelingen van speciale aanjaagteams blijft het aantal opgeleverde woningen teruglopen. Het aanpakken van het
belangrijkste knelpunten zoals de te trage procedures blijft daarom een belangrijk punt van aandacht. Volgens BouwNed is het goed dat de nieuwe minister van VROM meer verantwoordelijkheid
legt bij lagere overheden. Het is echter van belang dat zij de regie in handen houdt. Met lagere overheden en woningcorporaties zal zij harde afspraken moeten maken over te realiseren
bouwvolumes, en die partijen daar vervolgens ook op afrekenen.
Reputatie van de bouw
De parlementaire enquête Bouwnijverheid heeft een schokgolf in de bedrijfstak teweeg gebracht. Het bestuur van BouwNed heeft daaruit zijn conclusies getrokken. Onze bedrijven dienen zich
te gedragen als in iedere andere normale en moderne bedrijfstak. In onze statuten staat dat lidbedrijven verplicht zijn de belangen van de bouwnijverheid niet te schaden en zich te gedragen
als een verantwoord handelend ondernemer. Er is daarom een Bestuursverklaring opgesteld, waarin het BouwNed-bestuur ervan uit gaat, dat de lidbedrijven zich aan wet- en regelgeving houden,
integer en transparant handelen, geen schade toebrengen aan het imago van de bedrijfstak en zich maatschappelijk verantwoord gedragen. Het bestuur zal niet schromen op te treden tegen bedrijven
die zich niet aan deze regels houden. Daarnaast heeft het bestuur alle lidbedrijven van BouwNed opgeroepen een eigen bedrijfscode in te voeren. Die code omvat gedragsregels op het gebied van
mededinging en integriteit. Klachten over een lidbedrijf zal het BouwNed-bestuur voorleggen aan de nieuwe Stichting Beoordeling Integriteit Bouwnijverheid, óók als dat bedrijf geen bedrijfscode
heeft. De door de stichting geadviseerde sanctie zal het bestuur onverkort overnemen. Ondanks de negatieve berichtgeving over de bouw wil ik toch een lans breken voor onze sector. Om te beginnen
mogen we zonder schroom stellen dat de Nederlandse bouw kwalitatief gezien tot de wereldtop behoort. Verder levert de bouw een belangrijke en onmisbare bijdrage aan de economie van ons land.
Met een omzet van rond de 45 miljard euro en werkgelegenheid voor ruim 400.000 mensen, zorgen wij met z'n allen voor 10 procent van ons bruto binnenlands product en hebben wij 6 procent van het
totaal aantal werknemers in Nederland in dienst. De bouw biedt ook goedbetaalde werkgelegenheid. Dat blijkt alleen al uit het feit, dat de laagste loonschaal in de Bouw CAO 43 procent boven het
wettelijk minimum loon ligt. En wat de arbeidsomstandigheden betreft, hebben we het ziekteverzuim en de WAO-instroom tot onder het landelijk gemiddelde weten terug te dringen. Ik wil hier maar
mee zeggen dat we in het algemeen gesproken in een prachtige bedrijfstak werken.
|