De bijleenregeling
PricewaterhouseCoopers verzorgt in 'de Ondernemer' een fiscale vragenrubriek. PricewaterhouseCoopers is een wereldwijd toonaangevende organisatie op onder meer
het gebied van accountancy en belastingadvies. De vestigingen in Bergen op Zoom en Breda dragen zorg voor de inhoud van deze maandelijkse rubriek. Mr. Rick
Mijnsbergen en Mr. Marco Vermeulen zullen uw vragen persoonlijk beantwoorden. Vragen kunt u richten aan: 'de Ondernemer', Postbus 3805, 4800 DV Breda. Voor
actueel belastingnieuws: www.belasting.nl
Mr. Rick Mijnsbergen, PricewaterhouseCoopers N.V.
Vraag: Wat houdt de zogenaamde "bijleenregeling" nu precies in?
De mogelijkheid om hypotheekrente in aftrek te brengen is als gevolg van het Belastingplan 2004 nog verder beperkt. Dit is zeker niet verrassend te noemen, omdat
hypotheekrenteaftrek al jarenlang een punt van discussie is.
De nieuwe beperking bestaat uit de introductie per 1 januari 2004 van de zogenaamde "bijleenregeling". Deze regeling houdt in dat een eigenwoningbezitter bij de aankoop
van een nieuwe woning geen fiscaal gefacilieerde geldlening kan aangaan voor het deel van de koopsom dat betaald kan worden uit de netto opbrengst van de eerder verkochte woning.
Het doel van de regeling is om een dam op te werpen tegen de aftrek van feitelijk consumptieve rente. Voor de invoering van deze regeling bestond immers nog de mogelijkheid om de
winst ter zake van een verkochte woning consumptief aan te wenden, bijvoorbeeld voor de aanschaf van effecten of van een auto, terwijl de aanschaf van de nieuwe eigen woning
volledig met een fiscaal gefacilieerde lening kon geschieden. Hier is met de introductie van de nieuwe bijleenregeling een einde aan gekomen.
De drie kernbegrippen van de nieuwe bijleenregeling zijn "vervreemdingssaldo eigen woning", "eigenwoningreserve" en "eigenwoningschuld".
Het vervreemdingssaldo eigen woning is gelijk aan de vervreemdingsopbrengst van de oude eigen woning, verminderd met de eigenwoningschuld op deze woning, verminderd met de verkoopkosten
(bijvoorbeeld makelaarskosten). Onder vervreemding wordt in dit kader verstaan elke gebeurtenis, waardoor een eigen woning het karakter van eigen woning verliest. Hierbij kan gedacht worden
aan verkoop, schenking, overgang naar het ondernemingsvermogen en overgang naar box 3 van de woning.
Het ontstane vervreemdingssaldo eigen woning wordt opgenomen in een eigenwoningreserve. Als men de ontstane eigenwoningreserve, bij de aankoop van een nieuwe eigen woning in mindering brengt op
het bedrag van de verwervingskosten van deze woning, ontstaat de totale eigenwoningschuld. De eigenwoningschuld is het maximale bedrag van de schulden ter zake waarvan de rente als aftrekbare
kosten voor de eigen woning in aanmerking mag worden genomen. Voor zover de hypotheekschuld hoger is dan de maximale eigenwoningschuld, is de rente niet langer aftrekbaar in box 1. Het positieve
verschil tussen de totale hypotheekschuld en de eigenwoningschuld valt in box 3.
De nieuwe regeling blinkt niet uit in duidelijkheid, zodat een aantal aspecten en gevolgen nader dienen te worden toegelicht.
Men blijft niet eeuwig vastzitten aan een ontstane eigenwoningreserve. Een eigenwoningreserve vervalt namelijk vijf jaar na het ontstaan ervan. Indien de eigenwoningreserve uit meerdere delen bestaat,
vervalt ieder deel afzonderlijk na vijf jaar. Indien dus na verkoop van de eigen woning gedurende vijf jaar een huurhuis wordt betrokken, kan hierna de rente ter zake van de hypotheek op de nieuwe eigen
woning weer volledig in aftrek worden gebracht.
Een ander aandachtspunt is de gezamenlijke aanschaf van een nieuwe eigen woning. Een ontstane eigenwoningreserve is in principe gebonden aan de belastingplichtige, die een vervreemdingssaldo heeft behaald.
Partners zouden hierop kunnen inspelen door bij de aankoop van een nieuwe gezamenlijke eigen woning een afwijkende eigendomsverhouding te kiezen. Om dit te voorkomen is in de wet opgenomen dat een
belastingplichtige, die een woning verwerft die bestemd is om voor deze persoon en zijn partner als eigen woning te dienen, bij de bepaling van de hoogte van de eigenwoningschuld ook rekening dient te houden
met een eventuele eigenwoningreserve van de partner.
Overigens dient wel te worden opgemerkt dat dit slechts geldt voor belastingplichtigen, die vóór de aankoop van de nieuwe woning, reeds als partners konden worden aangemerkt en beiden een vervreemdingssaldo eigen
woning hebben ter zake van de verkoop van de oude eigen woning.
De verwachting van de regering is dat de bijleenregeling in de praktijk gemakkelijk uitvoerbaar zal zijn en niet zal leiden tot veel administratieve lasten. Het is nog maar de vraag of dit juist is. Vooral in gevallen
waarbij sprake is van meerdere partnerwisselingen en diverse verhuizingen zal de gemiddelde belastingplichtige het spoor vermoedelijk snel bijster raken. Ook voor belastingadviseurs, hypotheekadviseurs en de Belastingdienst
zelf, lijkt de nieuwe regeling geen aanwinst..
|