Ondanks het feit dat het dagelijkse praktijk is dat in de fase dat een besloten vennootschap nog in de oprichtingsfase zit activiteiten door deze vennootschap althans de bestuurders worden verricht blijft dit in de praktijk op problemen stuiten. Veelal zijn deze problemen eenvoudig te voorkomen.
Op 5 juni van dit jaar boog het Gerechtshof te Arnhem zich wederom over een kwestie waarbij rechtshandelingen die namens een B.V. waren verricht en meer in het bijzonder de bekrachtiging daarvan een belangrijke rol speelden. Uiteindelijk leidde dit tot hoofdelijke aansprakelijkheid mede omdat de vennootschap niet uitdrukkelijk of stilzwijgend de rechtshandeling had bekrachtigd. Op 16 mei 2007 wees de Rechtbank te Dordrecht een vonnis met betrekking tot de volstorting van aandelen die in dat geval als niet rechts- geldig werd beschouwd. Het kasrondje zoals dit aldaar was toegepast werd niet acceptabel geacht. In de gevallen dat de volstorting van de aandelen resp. het verrichten van rechtshandelingen namens de B.V. i.o. niet op een juiste wijze zijn verricht dienen de oprichters en/of bestuurder(s) er rekening mee te houden dat er sprake kan zijn van hoofdelijke aansprakelijkheid. Het risico voor de oprichter(s) is dan ook serieus te noemen in welk kader bij de oprichting met name voor rechtshandelingen in de voorfase een grote mate van zorgvuldigheid moet worden betracht. Een zorgvuldige afstemming met de notaris en advocaat is dan ook essentieel