We geven u een overzicht van de belangrijkste fiscale wijzigingen uit het Belastingplan 2004.
PricewaterhouseCoopers verzorgt in 'de Ondernemer' een fiscale vragenrubriek. PricewaterhouseCoopers is een wereldwijd toonaangevende organisatie op onder meer
het gebied van accountancy en belastingadvies. De vestigingen in Bergen op Zoom en Breda dragen zorg voor de inhoud van deze maandelijkse rubriek. Mr. Rick
Mijnsbergen en Mr. Marco Vermeulen zullen uw vragen persoonlijk beantwoorden. Vragen kunt u richten aan: 'de Ondernemer', Postbus 3805, 4800 DV Breda. Voor
actueel belastingnieuws: www.belasting.nl
Mr. Rick Mijnsbergen, PricewaterhouseCoopers N.V.
Uit het Belastingplan 2004 volgt een aantal belastingwijzigingen, waarvan de meeste gericht zijn op het terugdringen van het financieringstekort, het genereren van nieuwe
impulsen voor de economie en de werkgelegenheid en het verminderen van de administratieve lasten voor burgers en bedrijven. De belastingmaatregelen zijn uiteenlopend van
aard en van toepassing zijn op diverse belastingsoorten. In het onderstaande artikel zal een aantal maatregelen worden toegelicht die mogelijk voor u van toepassing zijn.
Afschaffing VUT- en prepensioenregelingen
Per 1 januari 2005 worden de fiscale faciliteiten worden voor VUT- en prepensioenregelingen afgeschaft. Betaalde premies voor prepensioen zijn per 1 januari 2005 niet langer
aftrekbaar. De na 1 januari 2005 toegekende aanspraken op prepensioen worden bij toekenning al belast. Betaalde VUT-premies blijven wel aftrekbaar dan wel onbelast. De VUT-gerechtigde
moet over de contante waarde van alle VUT-uitkeringen tot 65 jaar in één keer met de fiscus afrekenen op de ingangsdatum van de VUT-uitkering. Na afrekening worden de aanspraken
jaarlijks belast met vermogensrendementsheffing (box 3). Reeds op 1 januari 2005 lopende VUT- en prepensioenuitkeringen worden volgens huidig systeem jaarlijks belast. Bij het
najaarsoverleg bleek het kabinet bereid te onderhandelen over een alternatief voor de vut en het prepensioen, hetgeen in april 2004 tot een akkoord moet leiden met de vakbonden.
Introductie levensloopregeling
De nieuwe levensloopregeling stelt werknemers vanaf 1 januari 2004 in staat om fiscaal aantrekkelijk te sparen zodat zij op een later tijdstip tijdens hun loopbaan betaald verlof
kunnen opnemen. Deelnemers kunnen jaarlijks maximaal 12% van hun bruto jaarloon hiervoor opzij leggen, waarbij maximaal anderhalf jaar achtereen betaald verlof worden opgenomen.
Het zal echter niet mogelijk zijn de regeling te gebruiken om onmiddellijk voorafgaand aan het pensioen bij wijze van prepensioen volledig te stoppen met werken. Wel is het mogelijk
om in de laatste twee jaar voor de pensioendatum voor 50% te gaan werken en het loon aan te zuiveren met het onder de levensloopregeling gespaarde bedrag (deeltijdpensioen). In deze
regeling zal de huidige verlofspaarregeling worden geïntegreerd. De levensloopregeling komt naast de huidige spaarloonregeling te staan. Deelnemers moeten jaarlijks kiezen voor de
spaarloon- dan wel levensloopregeling.
Auto van de zaak
De huidige - administratief veeleisende - regeling voor de auto van de zaak dan wel bestelbusje wordt ingrijpend vereenvoudigd. Met ingang van 2004 worden de woon-werkkilometers
weer volledig aangemerkt als zakelijke kilometers. In veel gevallen betekent dit dat geen kilometeradministratie meer hoeft te worden bijgehouden. Tevens verdwijnen verschillende
staffels voor bepaalde aantallen privé-kilometers, in alle gevallen gaat bijtelling van 20% gelden. Vrijgesteld van deze bijtelling is de belastingplichtige die aan kan tonen in
een jaar minder dan 500 privé-kilometers te hebben gereden. Dit kan worden aangetoond door een verklaring van de werkgever dan wel aan de hand van een kilometeradministratie.
Vergoeding zakelijk gebruik privé-auto.
Het bedrag dat een werkgever maximaal belastingvrij mag vergoeden aan een werknemer die met zijn privé-auto zakelijke kilometers rijdt, wordt verlaagd van e 0,28 naar e 0,17,
waarbij de woon-werkkilometers als zakelijke kilometers gaan gelden.
Renteaftrek eigen woning
Bij een overstap naar een volgende koopwoning is de rente nog slechts aftrekbaar over een schuld ter grootte van de aankoopsom (plus kosten) minus het vervreemdingssaldo. Onder
vervreemdingssaldo wordt verstaan de prijs waarvoor de oude woning is verkocht verminderd met de verkoopkosten en met het deel van de hypothecaire lening waarvan de rente aftrekbaar
is (eigenwoningschuld). Hiermee wordt beoogd dat huiseigenaren hun vervreemdingssaldo herinvesteren in hun nieuwe eigen woning en niet consumptief kunnen besteden.
Aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld
Eigenaren van een eigen woning krijgen een aftrek in de inkomstenbelasting ter grootte van het positieve verschil tussen het eigenwoningforfait en de betaalde hypotheekrente.
Belastingplichtigen met geen of slechts een lage eigenwoningschuld, hoeven feitelijk geen of bijna geen belasting meer te betalen over de inkomsten uit eigen woning. De aftrek
wordt op 1 januari 2005 ingevoerd.
Verplichte elektronische aangifte
Het elektronisch doen van aangiften inkomsten- en vennootschapsbelasting door ondernemers wordt verplicht met ingang van 2005 met betrekking tot de aangifte over 2004. Voor de
BTW is het de bedoeling dat de elektronische aangifte verplicht wordt voor tijdvakken na 1 januari 2005 en voor de loonbelasting voor tijdvakken die aanvangen per 1 januari 2006.
Diverse maatregelen
Naast reeds genoemde maatregelen, zijn er verhogingen van de afdrachtvermindering afgekondigd betreffende speur- en ontwikkelingswerk en werkgeverskosten voor kinderopvang van
personeel. Tevens zullen enkele minieme tariefswijzigingen worden doorgevoerd in de loon- en inkomstenbelasting. Daarnaast krijgt u als ondernemer vanaf 1 januari 2004 te maken
met de Europese richtlijn inzake de harmonisering van de factuurvereisten.
Conclusie
In dit artikel is getracht u een overzicht te geven van de meest in het oog springende maatregelen uit het Belastingplan 2004. Het belastingplan omvat echter meer onderwerpen.
De algehele conclusie is dat vrijwel iedere belastingplichtige in koopkracht erop achteruit gaat. Het woord is nu aan de politiek om te beslissen over het al dan niet invoeren
van de plannen van het kabinet Balkenende II.
|