Een moeder heeft giraal een schenking gedaan aan haar dochter. Bij de overboeking had zij "schenking 2001 in privé" gezet.
Bij de echtscheiding van de dochter beweerde de ex-schoonzoon dat de schenking in de huwelijksgemeenschap was gevallen.
Het Hof Amsterdam heeft in juli 2004 uitgemaakt dat deze schenking niet in de gemeenschap van goederen is gevallen, nu uit de
bankafschriften blijkt dat de moeder bij de overschrijving heeft vermeld "schenking 2001 in privé" en de bedoeling van de
schenker op dat moment daaruit voldoende blijkt. Aan een girale overboeking kan derhalve een uitsluitingsclausule (anti
schoonzoon bepaling) worden verbonden waaraan in dat geval geen vormvereisten worden gesteld. Blijkens een latere uitspraak
van het Hof Den Bosch (oktober 2004), waarin het onder meer ook ging om de tekst op een bankafschrift, kon een andere dochter
niet bewijzen dat de schenking was gedaan onder uitsluitingsclausule; de schenking viel in dat geval dus wel in de
huwelijksgemeenschap.
Indien u iedere discussie wilt uitsluiten of een schenking is gedaan onder de uitsluitingsclausule, dan is het raadzaam om naast
een vermelding van de uitsluitingsclausule bij de overboekingsopdracht een aparte akte op te maken waarin de bedoeling van partijen
schriftelijk wordt vastgelegd. In die akte kan de uitsluitingsclausule bovendien worden verfijnd en zodanig worden geformuleerd dat
een besparing van successierecht wordt bereikt ingeval het huwelijk van de begiftigde eindigt door overlijden van een van beide
echtelieden.