West-Brabant moet ondanks economische groei een prettige regio blijven om te wonen en te recreëen, vindt Adank.
Foto: Thom van Amsterdam

Aanpakken
Samen aanpakken en doorpakken, dat zou wat mij betreft ons devies kunnen zijn. Elke stad heeft zijn kritische massa midden- en kleinbedrijf nodig. Die ondernemers vormen de kurk van stedelijke economieën. Goed voor werkgelegenheid, goed voor binding en continuïteit en goed voor het aanbrengen van onderscheid tussen de verschillende steden. Op die markt moeten we elkaar vooral geen vliegen afvangen. Daar waar imago sterk meetelt en bedrijf X persé zijn naam wil verbinden aan stad Y, moeten we ook niet onder elkaars duiven schieten. Maar als het gaat om grote spelers en/of om specifieke sectoren, dan moeten we samen in staat zijn een visie te ontwikkelen op de ruimte die we hier in de regio voor bedrijven kunnen benutten.

Dan leg je samen accenten en wijs je gebieden aan die je gezamenlijk profileert als uitermate geschikt voor procesindustrie; uitstekend voor logistieke dienstverlening; ideaal voor kennisintensieve of creatieve industrie; de plaats voor life-science etc.

Verdichting
Groei is noodzakelijk om economisch gezond te blijven, maar vanzelfsprekend zijn er grenzen aan de groei. Evenveel stedelijke verdichting als in de Randstad of de Vlaamse Ruit; identieke verkeersproblematiek, milieuproblematiek, een door beton en asfalt gedomineerd landschap? Liever niet. Tenslotte is een van onze sterke troeven de 'quality of life' hier in de prachtige groene context. Ook dat aspect moeten we samen waarborgen en benutten. Dat betekent dat we niet louter kunnen inzetten op ontwikkelen van nieuwe bedrijventerreinen, ook al is daar de komende 10 tot 15 jaar alleen in Breda bijvoorbeeld al 140 hectare aan nodig.

Groei zit ook in kwaliteitsverbetering. In transformatie en revitalisering. Als we dat goed doen, kunnen we ook aansluiten bij de vraag van de markt naar meer thematische bedrijventerreinen. Een goed regisseur onderscheidt zich niet alleen door prachtige beelden, het gaat ook om timing. Vanzelfsprekend zit in de ontwikkeling van bedrijventerreinen binnen gemeenten ook vaak een financieringsbron voor ontwikkeling van woningbouwlocaties. Maar hoeveel kan de markt tegelijkertijd aan. Of hoeveel draagvlak heb je bij de lokale bevolking? Logisch dat een belegger en snelle return of investment wil, maar is hij niet meer gebaat met een langduriger contract, een net iets andere bestemming. Tijdig je kansen benutten, maar ook de tijd nemen om samen met de partners in de regio en de markt de juiste afwegingen te kunnen maken. Zelfs als dat betekent dat je het schip soms toch even op de rede moet laten liggen. Tenslotte moet je het tij ook mee hebben."

André Adank is wethouder van Economische Zaken in Breda, maar ook voorzitter van het samenwerkingsverband SES West- Brabant. Als onpartijdig voorzitter leidde hij de discussie met tien makelaars over bedrijfsonroerend goed. Wij vroegen hem om als wethouder te reageren op die discussie.