Maarten Van Rossem:
'Schaarste aan grondstoffen geen bedreiging voor wereldeconomie'
De snelle groei in Azië, de uitbreiding van de EU, de stagnerende groei in ons eigen land en de stijgende olieprijzen: allemaal onderwerpen
die de ondernemer van vandaag bezighouden. We hoeven ons hier niet echt zorgen over te maken, stelt hoogleraar en veelgevraagd tv-commentator
Maarten van Rossem. 'De mens is inventief genoeg om al deze problemen op te lossen'.
Maarten van Rossem
Vandaag stemt Nederland over de Europese grondwet. Tijdens de aanloop naar dit referendum heeft Van Rossem zich meermalen uitermate verbaasd
over de negatieve gevoelens die er in ons land leven over Europa. 'Er is steeds de vrees dat wij zullen verarmen omdat ze in Oost-Europa rijker
worden. Men lijkt te denken dat de koek slechts één afmeting heeft, maar dat is een klassiek idee. De uitbreiding van de EU is in alle opzichten
nuttig voor de economische activiteit in Europa. Kijk bijvoorbeeld naar een land als Ierland.
Dat is begin jaren zeventig lid geworden van de EU en heeft zich in ruim dertig jaar ontwikkeld van straatarm tot een van de rijkste landen van
Europa. Geen enkel ander land is daar slechter van geworden. Diezelfde ontwikkeling is nu gaande in de nieuwe lidstaten. De economische groei
binnen de EU wordt vrijwel geheel gegenereerd door deze nieuwe leden. Zij zorgen voor een stimulans van de hele Europese economie, waar ook het
Nederlandse bedrijfsleven van profiteert. De koek wordt dus groter, ook voor ons. Bovendien zijn we het moreel verplicht om deze landen, die een
halve eeuw onderdrukt zijn geweest, te helpen. En ja, dat kost ons netto een bedrag van iets meer dan drie miljard euro. Maar met ons bruto nationaal
product is dat beslist niet overdreven veel.'
Dure euro
Wat Van Rossem wel als een enorm probleem ervaart, is het Amerikaanse financiële beleid. 'De Verenigde Staten leven op de pof', stelt de hoogleraar.
'De Amerikanen consumeren jaarlijks zes procent meer dan ze produceren. Dat gat, zo'n 600 miljard dollar per jaar, moet worden gefinancierd. Daar komt
het tekort van de federale overheid, zo'n 400 miljard dollar per jaar, nog bij. De Verenigde Staten moeten dus op grote schaal geld lenen. Vooral
China is daartoe bereid, want zo kunnen zij hun export naar de Verenigde Staten op gang houden. Maar wat als straks niemand meer bereid is de VS geld
te lenen? Dan loopt de rente in de VS enorm op, wat een deprimerende werking op de wereldeconomie zal hebben. Daarom is het betreurenswaardig dat
Amerika zo'n onverantwoordelijk beleid voert. Het probleem is dat je niet kunt voorspellen wanneer dit systeem ophoudt. En of dat een zachte of een
harde landing zal zijn. Maar het is zo klaar als een klontje dat we hier een enorm probleem hebben. Op de geldmarkten is niet al te veel vertrouwen
meer in de dollar. Dat de euro nu zo'n dertig procent meer waard is dan de dollar heeft dus meer te maken met de zwakte van de dollar dan met de
sterkte van de euro. Ook de Europese Centrale Bank kan hier weinig aan doen. Het probleem ligt puur en alleen in Washington. Maar goed, de huidige
situatie heeft ook voordelen. We importeren nu een stuk goedkoper en ik ben pasgeleden in Amerika geweest. Dat is nu een zeer betaalbaar vakantieland
geworden.'
Nederlander tevreden
In het laatste decennium van de vorige eeuw groeide onze economie sterk, maar de laatste jaren stagneert de groei of krimpt de Nederlandse economie
zelfs. Sterke economische groei hoeven we hier ook helemaal niet meer te verwachten, stelt Van Rossem. 'Nederlanders blijken aardig tevreden met het
leven dat ze leiden en dat is ook heel begrijpelijk. Ze kunnen twee keer per jaar op vakantie, hebben een redelijk huis, wat wil je nou nog meer. Nog
harder werken heeft dan niet zoveel zin. In de Verenigde Staten is nog wel groei, onder meer omdat consumenten daar makkelijk lenen en omdat de 15
miljoen immigranten per decennium er extra vraag uitoefenen. In Nederland zit de consument juist op z'n spaargeld, wordt een restrictief
immigratiebeleid gevoerd en zorgt de vergrijzing ervoor dat we deels zijn aangewezen op vervangingsvraag. Dat is trouwens allemaal niet erg, zolang
we maar de juiste keuzes maken. Willen we minder inwoners? Willen we meer vrije tijd? Of willen we meer economische groei?'
Schaarste aan grondstoffen
Belangrijke grondstoffen als olie en staal zijn de afgelopen jaren duurder geworden. Toch is er volgens Van Rossem geen enkele reden tot zorg. 'We
zijn de afgelopen tweehonderd jaar gewend geraakt aan goedkope energie. Het is goed mogelijk dat we daar straks een groter deel van ons inkomen aan
moeten gaan besteden. Maar we hebben voor nog zeker vierhonderd jaar fossiele brandstoffen. En onuitputtelijke bronnen, zoals zonne-energie, benutten
we nog nauwelijks. Als de prijs van olie stijgt, wordt de ontwikkeling van dergelijke energiebronnen interessant, net als de winning van olie uit de
Noordzee of uit Canadese teerzanden. We gaan automatisch op zoek naar alternatieven. En we kunnen natuurlijk veel zuiniger met energie omgaan. Wat
voor olie geldt, geldt ook voor andere grondstoffen. Er zijn nog zeer omvangrijke hoeveelheden ijzererts, onder meer in Australië, die nog nauwelijks
serieus worden gewonnen. De mens heeft de afgelopen eeuwen getoond ongelooflijk inventief te zijn, ik ben ervan overtuigd dat we ook hier oplossingen
voor vinden.'
Kansen voor het MKB
Het MKB moet het vooral zoeken in innovaties en in de transport- en communicatiesector, denkt Van Rossem. 'Grote bedrijven zijn betrekkelijk log.
Daardoor zijn ze vaak niet zo handig in het starten van nieuwe activiteiten, ondanks hun vaak grote researchafdelingen. Kleine bedrijven hebben zeer
aantrekkelijke groeimogelijkheden, mits ze iets doen wat anderen niet kunnen, mits ze iets uitvinden wat anderen niet hebben uitgevonden. Wereldwijd
verwacht ik met name in de transport- en communicatiesector de komende jaren veel groei. Er ontstaan heel nieuwe economische centra in de wereld, die
allemaal met elkaar moeten communiceren. Bovendien is consumptie een wereldwijd verschijnsel. Dat betekent dat producten moeten worden besteld,
verplaatst, et cetera. Transport en communicatietechnologie zijn daarbij van essentieel belang. Nederland heeft een marktaandeel van dertig procent
in het Europese wegtransport. Als Europa groter wordt, moet onze transportsector die omzet kunnen vergroten. We moeten het zoeken in die sectoren
waarin we nu ook al goed concurreren. Dat kan ook in de dienstverlenende sector zijn. Want Oost-Europa en Azië maken een heel snelle economische
groei door en een succesvolle industriële sector genereert altijd een omvangrijke dienstverlenende sector.
|