Genoeglijk spinnende roofkat: Jaguar S-Type 2.7 d
Wie zo'n vijftien jaar geleden bij de Jaguarfabrieken zou hebben aangeklopt met de profetie dat ze anderhalf decennium later
zowel een stationwagon als een aantal modellen met een dieselmotor in het vooronder in het programma zouden hebben, zou
waarschijnlijk te horen hebben gekregen dat een bezoekje aan een kundig psychiater wonderen zou doen voor 's persoons geestelijk
welbevinden.
Jaguar S-Type 2.7 d
Toch zou die voorspelling bewaarheid worden. Jaguar, inmiddels onderdeel van het immense Fordconcern, kon eenvoudigweg niet achterblijven
bij de groeiende markt naar stationwagons en modellen met zelfontbrander - en soms een combinatie daarvan. Immers, maar liefst 50 procent
van het aantal verkochte nieuwe auto's, betreft al een model met dieselmotor. Geen enkele motor heeft de afgelopen jaren zo'n grote
ontwikkeling doorgemaakt als juist deze krachtbron en dus werd het ook steeds logischer dat een dergelijke motor in de motorruimte van
een Jaguar werd gelepeld.
Zo ook het 2.7 liter ultramoderne dieselblok dat de motorruimte van de, onlangs gerestylde, S-Type siert. Geen motor uit de eigen rekken,
maar De Britten mochten van het moederconcern winkelen bij de concurrentie en kwamen uit bij het PSA-concern (Peugeot/ Citroën) die een
prachtig, en zeer recent ontwikkeld blok in de rekken hadden staan met een cilinderinhoud van 2.7 liter, beademd door nog eens twee turbo's.
En om maar met de deur in huis te vallen: dit is wel een heel erg lekkere motor voor de S-Type. Eigenlijk heeft deze motor alles wat je van
een Jaguarmotor verwacht: topcijfers op het gebied van prestaties, gekoppeld aan voldoende rust in het interieur om comfortabel kilometers
te kunnen vreten.
Daarbij komt dat een Jaguar natuurlijk toch een bijzonderheid is. Wie uit is op meer exclusiviteit dan hij/zij met een E-klasse of 5-serie
ooit zal krijgen, zit in zo'n authentieke Brit natuurlijk op Old Country Roses. Voorzien van prachtig leder en veel echt wortelnotenhout
in het interieur, valt de S-Type ogenblikkelijk op tussen zijn tegenstrevers die eigenlijk altijd veel zakelijker - lees: killer - ogen.
Op het gebied van de motor kan de S-Type absoluut wedijveren met de Duitse Klasse die het in dit segment voor het zeggen heeft: snel, soepel
en stil. Iets anders is dat op het gebied van interieurruimte. Het is vrijwel ondenkbaar dat een captain of industry achterin een S-Type
plaatsneemt terwijl dat achterin een E of 5 goed denkbaar is. De voornaamste reden daarvoor is dat achterin een S-Type eigenlijk te krap is
om daarin lekker je benen te strekken. Zelfs voorin heeft de auto bijna iets beklemmends over zich; het is allemaal prachtig maar je voelt
je wat ingesnoerd. Een Jaguar zal waarschijnlijk nooit de verkoopcijfers bereiken die zijn tegenstrevers halen. Daarin zit niet alleen zijn
zwakte, maar ook zijn kracht. Immers, Jaguar is een merk dat het moet hebben van emotie en exclusiviteit. Wie dus in het segment zakenauto's
> 50.000 euro eens 'wat anders'wil, doet er goed aan deze spinnende roofkat eens nader aan de tand te voelen.
Metamorfose: Fiat Multipla VAN
Het gaat ver, zo niet te ver, om te stellen dat de gerestylde Multipla die Fiat afgelopen september presenteerde, nu meteen moeders mooiste
is geworden, maar het wegbotoxen van wat rimpels en kwabben heeft voor het model absoluut zijn vruchten afgeworpen. Strak en modern staat-ie
in de showroom en dat geldt al evenzeer voor de VAN-uitvoering die Fiat Bedrijfswagens nagenoeg tegelijkertijd voor het voetlicht bracht.
Peugeot 407
De Multipla VAN is een opmerkelijke auto die, nu hij zijn imago van lelijkheid van zich heeft afgeschud, absoluut de moeite waard is om te worden
meegenomen in de beoordeling voor wie op zoek is naar een comfortabele bestelauto met voldoende ruimte.
Het concept van de Multipla was van meet af aan slim en is dus intact gebleven. Maak de auto niet langer (want dat is onhandig in stadsverkeer) maar breder zodat drie mensen naast elkaar kunnen
zitten terwijl je toch voldoende ruimte overhoudt voor vracht. Met name in het midden- en kleinbedrijf is een dergelijk concept wellicht nuttig. En aan
ruimte heeft de Multipla inderdaad geen gebrek. Een laadruimte van bijna twee kubieke meter is in deze klasse gewoon goed. Wie daarbij de driepersoons
cabine optelt kan zich een beeld vormen van de grote mogelijkheden die zich op dit vlak voor bedrijven voordoen.
Met de nieuwe neus voldoet de Multipla (en dus ook de VAN) aan de actuele Fiat huisstijl. Het interieur veranderde eigenlijk niet eens zoveel; dat was
al praktisch ingedeeld met grote instrumenten die makkelijk te bedienen of afleesbaar zijn. Een aardig gadget was van meet af aan de dodehoekspiegel die
Fiat op de Multipla introduceerde. Ook die is, uiteraard, gebleven.
Dat die dodehoekspiegel tijdens het rijden absoluut prettig is laat zich raden. De Multipla valt toch al op door zijn brede carrosserie waardoor het
voordeel tegelijkertijd een nadeel betekent voor het rijden in drukke verstedelijkte gebieden. Meer zicht naar achteren is dan nooit weg natuurlijk,
al dient te worden aangetekend dat de Multipla door de toepassing van grote zijruiten wel over voldoende zicht beschikt. Comfort en rijgenoegen zijn
dik in orde.
Onder de motorkap heeft de Multipla VAN de keuze uit twee motoren. De JTD dieselmotor met een cilinderinhoud van 1.9 liter is voldoende sterk om de
Italiaanse besteller vlot van zijn plaats te krijgen. Zonder dat er nu direct sprake is van sprookjesachtige prestaties kan deze moderne common-rail
inspuit diesel gewoon goed meekomen in het verkeer. De andere mogelijkheid op het gebied van motorisering is de Natural Power benzine/aardgas motor
met een cilinderinhoud van 1.6 liter. Voorheen stond dit blok onder Bipower bekend. Bijzonder aan deze auto zijn de drie aardgastanks onder de auto
met een totale inhoud van 164 liter waarmee (alleen al op aardgas) meer dan 350 kilometer moet kunnen worden gereden.
Ook veranderde Fiat de benamingen voor de uitrustingspakketten die nu, geheel in lijn met de geel kentekenvarianten, luisteren naar namen als Activa en
Dynamic, eventueel nog aangevuld met een zogenaamd Pluspakket dat onder meer airconditioning en een radio/cd-speler omvat. Reken voor een Pluspakket op
een bedrag tussen 690 en 855 euro.
'Van of the Year 2005'
Eendracht maakt macht...
Het wordt voor autofabrikanten steeds lastiger om geheel zelfstandig een eigen model te ontwikkelen. De ontwikkelingskosten zijn de laatste decennia
dermate gestegen dat het nauwelijks doenlijk is voor een fabrikant zelfstandig een model op de markt te zetten. De oplossing is evenzoveel decennia
geleden ook al gevonden: samenwerking. Steeds meer fabrikanten maken deel uit van grote samengeklonterde concerns, waarbij onverwachte combinaties
niet worden geschuwd. Zo ook Toyota Motor Company (TMC) en Peugeot Citroen (PSA) die zeer recent te kennen hebben gegeven de laatste jaren zeer
intensief te hebben samengewerkt aan de ontwikkeling van een nieuw model in de compacte klasse. Het kunstje werd intussen vaker vertoond, ontwikkeling
van onderstel, basiscomponenten, subsystemen en motoren werden gezamenlijk aangepakt. De uitkomst is een serie compacte auto's die bij Peugeot de naam
107 krijgt, bij Citroen C1 om vervolgens bij Toyota onder de naam Aygo in de showroom te worden gezet. De verwantschap tussen de drie autootjes zal
duidelijk zijn, het eigen merksmoel evenzeer. Zowel de 107, de C1 als de Aygo worden geleverd met een keuze uit twee motoren: een 1.0 liter benzinemotor
of een hypermodern dieselblok met een cilinderinhoud van 1.4 liter. Naar de huidige mode worden de auto's kort (3,4 meter), breed (1.63 meter) en hoog
(1.47 meter). Het is de bedoeling dat alledrie de auto's een vanafprijs beneden 10 mille krijgen.
|