Met deze kop opende Trouw eind december. De regelgeving rond uitzendarbeid is zo ingewikkeld geworden dat uitzendkrachten nauwelijks nog weten
wat hun rechten en hun plichten zijn. Ook de intercedenten van de uitzendbureaus hebben grote moeite met alle regels. De complexiteit leidt ertoe
dat regels nog al eens niet nageleefd worden.
Nederland wordt internationaal gezien als gidsland op het gebied van uitzenden. Op dit moment werken dagelijks zo'n 800 000 uitzendkrachten door
heel Nederland. Maar uit onderzoek van het Nederlands Economisch Instituut (NEI) blijkt dat de jarenlang bejubelde polderomgang met flex-arbeid
behoorlijk begint te kraken. Het NEI stelt in haar rapport dat de regelgeving aan een grondige herziening toe is. Uit het rapport blijkt dat de
complexiteit van de regelgeving zelfs leidt tot het niet naleven van de CAO, doorgaans ten nadele van de uitzendkracht.
Waar de intercedenten al moeite hebben met de regelgeving, zien de uitzendkrachten zelf al helemaal door de bomen het bos niet meer. Met name het
fasensysteem is een hekel punt. Dit systeem dat een uitzendkracht naar meer rechten en zekerheid leidt naar mate hij langer voor een uitzendbureau
werkt, blijkt voor uitzendkrachten vrijwel ondoorgrondelijk.
Mede gesteund door het onderzoek en de berichten uit de branche heeft de brancheorganisatie voor uitzendbureaus (ABU) een vertrouwelijk voorstel
gedaan aan de politiek: uitzendkrachten dienen minder snel in aanmerking te komen te komen voor een tijdelijk of vast contract. Ook aan hun rechten
op scholing en pensioen opbouw moet worden gemorreld. Uiteraard is FNV Bondgenoten woest over het uitgelekte plan. Zij stellen dat veel uitzendkrachten
op het punt staan hun recht te verzilveren. "De wet is namelijk drie jaar geleden ingegaan en na drie jaar werken krijgen ze een vast contract", zegt
bestuurder Han Westerhof.
Nu het economisch minder goed gaat voelen veel uitzendbureaus de prijs van zekerheid. Zo moeten de bureaus het salaris van uitzendkrachten met een
tijdelijk of vast contract altijd doorbetalen. Ook als het uitzendbureau geen werk voor ze heeft. De discussie: "Uitzendarbeid is voor piek en ziek",
wordt door deze ontwikkelingen zeker nieuw leven ingeblazen.