Makkelijker kunnen ze het niet maken, wel leuker!
PricewaterhouseCoopers N.V. verzorgt in 'de Ondernemer' een fiscale vragenrubriek. PricewaterhouseCoopers N.V.
is een wereldwijd toonaangevende organisatie op onder meer het gebied van accountancy en belastingen. De vestigingen in Bergen op Zoom
en Breda dragen zorg voor de inhoud van deze maandelijkse rubriek. Mr. Rick Mijnsbergen en mr. Bert Mulder zullen uw vragen persoonlijk
beantwoorden. Vragen kunt u richten aan: 'de Ondernemer', Postbus 3805, 4800 DV Breda.
Mr. Rick Mijnsbergen, PricewaterhouseCoopers N.V.
Naar aanleiding van diverse vragen van ondernemers uit mijn praktijk, concludeer ik dat bij ondernemers het nieuwe aangiftebiljet
2001 en de bijbehorende problematiek sterk leeft. Daarom zal ik in dit artikel, in tegenstelling tot voorgaande publicaties in
deze column, niet ingaan op een door een lezer ingediende vraag, maar behandel ik een aantal van de meest opvallende wijzigingen
in het aangiftebiljet inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen 2001.
Het aangiftebiljet 2001 wijkt, in verband met de invoering van het nieuwe belastingstelsel per 1 januari 2001, sterk af van het
bekende aangiftebiljet. Alle inkomsten zijn ondergebracht in drie boxen, met elk een eigen tarief. Volledigheidshalve zal ik wellicht
ten overvloede nogmaals kort de hoofdpunten van dit stelsel uiteenzetten. Grofweg bestaat box 1 uit de inkomsten uit dienstbetrekking,
winst uit onderneming, resultaat uit overige werkzaamheden, de auto van de zaak en het eigen woningforfait, welke belast zijn tegen een
progressieve tarief van 32,35% tot maximaal 52%. In box 2 vallen de reguliere en vervreemdingsvoordelen uit aanmerkelijk belang, belast
tegen 25%. Box 3 bestaat uit de gemiddelde waarde van uw overige bezittingen (spaargeld, effecten, tweede woning etc.) minus uw schulden
vermenigvuldigd met een vast rendement van 4%. Hierop is het belastingtarief van 30% van toepassing.
Deze wijzigingen in het belastingstelsel komen indirect tot uiting in het aangiftebiljet, dat in de praktijk ook wel de 'scheurkalender'
wordt genoemd. Eenieder die dit biljet inmiddels heeft ontvangen en doorgenomen begrijpt direct waar deze benaming op is gebaseerd. Het
aangiftebiljet, dat overigens geheel in euro's dient te worden ingevuld, bestaat voor een ondernemer uit 39 vragen, hetgeen ongeveer overeenkomt
met het 'oude' aangiftebiljet. Elke vraag begint met een vraag waar de belastingplichtige ja of nee op dient te antwoorden. Is het antwoord
negatief kan de rest van de vraag worden overgeslagen. Bij een positief antwoord dient de gehele, veelal uitgebreide, vraag beantwoord te
worden. Aangezien de belastingdienst alleen ingevulde aangiftebladen voorzien van naam en sofi-nummer wenst terug te ontvangen, dient bij
het voorbereiden van de aangifte inderdaad aardig wat gescheurd te worden. De afzonderlijke bladen mogen niet aan elkaar gehecht in gestuurd
worden. Wellicht dat dit uiteindelijk losbladige systeem de oorzaak is van het feit dat de belastingdienst de belastingplichtigen zo
nadrukkelijk op het hart drukt dat de mogelijkheid bestaat elektronisch aangifte te doen en ook verzoekt hier daadwerkelijk gebruik van te maken.
Blijkbaar is de belastingdienst zich bewust van het hoge risico van zoekgeraakte gedeelten van de losbladige aangifte.
Eén van de belangrijkste wijzigingen in het aangiftebiljet is dat niet langer de vertrouwde tariefgroepen worden gehanteerd. In plaats daarvan
heeft elke belastingplichtige recht op heffingskortingen, welke afhankelijk zijn van zijn persoonlijke situatie. Zo heeft iedereen recht op de
algemene heffingskorting, werkende mensen krijgen bovendien de arbeidskorting en mensen met kinderen kinderkorting. Deze kortingen worden in
aftrek gebracht op de verschuldigde inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen. Dit is anders dan voorheen. Tot 2001 werd het bij de tariefgroepen
behorende belastingvrije bedrag in aftrek gebracht op het belastbare inkomen, waarna pas de verschuldigde belasting werd berekend.
Nieuw is ook het zogenoemde fiscale partnerschap dat al direct in de eerste vraag van de aangifte wordt behandeld. Echtgenoten zijn automatisch
fiscale partners, samenwonenden of huisgenoten kunnen hiervoor jaarlijks kiezen, mits aan alle voorwaarden wordt voldaan. Was het tot 2001 nog
zo dat gehuwden bepaalde inkomsten- en aftrekposten verplicht moesten opgeven bij de partner met het hoogst persoonlijk inkomen, vanaf 2001 geeft
iedere echtgenoot zijn eigen inkomen en aftrekposten aan. Indien u echter wordt aangemerkt als fiscale partners kunt u bepaalde gemeenschappelijke
inkomsten en aftrekposten over u beiden verdelen, zoals u dat, om financiële of persoonlijke redenen, wenst. Door deze inkomsten en aftrekposten zo
te verdelen, dat optimaal gebruikt wordt gemaakt van de belastingprogressie en de vrijstellingen, bereikt u de financieel (en fiscaal) meest optimale
situatie.
Zoals uit bovenstaande, summiere, behandeling van het aangiftebiljet 2001 volgt, zal met name in 2001 het invullen ervan, de meeste belastingplichtigen
veel tijd en gepieker kosten. Blijkbaar was ons vroegere aangiftebiljet nog niet moeilijk genoeg. Teleac is daarom inmiddels begonnen met het uitzenden
van de informatieve quiz over het nieuwe belastingstelsel, genaamd 'Wie het weet mag het zeggen', gepresenteerd door Harmen Siezen. Op de internetsite
van de belastingdienst wordt deze quiz getypeerd als zijnde 'vrolijk'. Misschien dat de nieuwe slogan van de belastingdienst voortaan luidt: Makkelijker
kunnen we het niet maken, wel leuker!
Ik wens u veel succes bij het invullen van uw aangifte en adviseer u niet te schromen om een deskundig adviseur te raadplegen.
|